Sancties GPMI

1. Het invoeren van het uitstel voor de administatieve sancties.

Het OCMW kan een sanctie opleggen in het geval dat:

  • de betrokkene verzuimt bestaansmiddelen aan te geven en/of onjuiste of onvolledige verklaringen aflegt die het bedrag van het leefloon beïnvloeden. Het OCMW kan beslissen over de sanctie. Deze kan bestaan uit de gehele of gedeeltelijke schorsing van de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste 6 maanden, of in geval van bedrieglijk opzet 12 maanden.

    Bij herhaling binnen de 3 jaar vanaf de dag dat de sanctie definitief is geworden, wordt de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk geschorst voor een periode van ten hoogste 12 maanden, of in geval van bedrieglijk opzet 24 maanden.

  • de betrokkene na aanmaning de afspraken in het GPMI niet naleeft zonder wettige reden. De sanctie bestaat uit de gehele of gedeeltelijke schorsing van de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste 1 maand.

    Bij herhaling binnen het jaar kan de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk geschorst worden voor een periode van ten hoogste 3 maanden.

In zijn arrest nr. 148/2010 van 16 december 2010 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat het verschil in behandeling, wat het voordeel van een maatregel van uitstel betreft, tussen de sociale-uitkeringsgerechtigde die strafrechtelijk wordt vervolgd en diegene die voor de arbeidsrechtbank beroep instelt tegen een schorsing van de betaling van het leefloon, niet redelijk is verantwoord. Volgens het Hof vloeit dit verschil in behandeling voort uit de ontstentenis van een wetsbepaling die het de sociale-uitkeringsgerechtigden die het voorwerp hebben uitgemaakt van een maatregel tot schorsing van hun recht op het leefloon, mogelijk maakt een maatregel van uitstel te genieten.

Om in regel te zijn met dit arrest, kan nu de administratieve sanctie geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld.

Wanneer er een sanctie in het kader van het niet-naleven van het GPMI wordt opgelegd en wanneer deze wordt uitgesteld, en indien de voorwaarden verbonden aan het uitstel geschonden worden binnen de periode waarvoor het uitstel werd toegekend, dan begint de uitvoering van de sanctie ten laatste op de eerste dag van de zesde maand volgend op de beslissing van het OCMW waarin het uitstel werd toegekend.

Voorbeeld:

De sanctie met een volledig uitstel wordt op 3 maart kennis gegeven. De betrokkene schendt de voorwaarden van het uitstel op 28 juni. Het OCMW heeft dan tot en met 1 september om de sanctie uit te voeren..

2. Wijziging van de uitvoeringstermijnen van de administratieve sanctie in het Kader van het niet-naleven van het GPMI.

De wet werd aangepast om de tijd tussen de uitspraak van de sanctie verbonden aan het niet-uitvoeren van het GPMI en de effectieve oplegging van de sanctie in te korten.

Hierdoor gaat de sanctie ten vroegste in op de dag volgend op de kennisgeving van de beslissing van het OCMW aan de betrokkene en ten laatste op de eerste dag van de derde maand volgend op de beslissing van het OCMW.

3.Inwerkingtreding

De wijzigingen treden in werking op 1 november 2016

Indien u hier nog geen antwoord gevonden hebt op uw vraag kunt u steeds de algemene website bezoeken waar u ook een onderdeel 'FAQ' vindt: www.mi-is.be. Het spreekt voor zich dat u zich ook steeds kunt richten tot de FrontOffice via vraag@mi-is.be of 02/5088585.