Wet 65
Deze handleiding legt uit hoe een OCMW de kosten van de maatschappelijke dienstverlening die het heeft toegekend aan een begunstigde kan terugvorderen bij de Staat. Het gaat om alle vormen van Maatschappelijke Dienstverlening waar de Staat is tussengekomen in het kader van de wet van 2 april 1965 betreffende de tenlasteneming van de steun verleend door de OCMW ‘s. De bevoegde dienst om deze dossiers de behandelen is de dienst FrontOffice.
ALGEMENE PRINCIPES VAN DE FORMULIEREN
Formulier A |
Op dit formulier geeft het OCMW de gegevens weer in verband met de identiteit van de begunstigde(n); |
Formulier B1 |
Dit formulier wordt gebruikt om de beslissing om steun toe te kennen mee te delen; |
Formulier B2 |
Op dit formulier deelt het OCMW de tenlasteneming mee van de hospitalisatiekosten en van de farmaceutische kosten die werden verstrekt in een zorginstelling (buiten het systeem van MediPrima) |
Formulier C |
Op dit formulier deelt het OCMW de stopzetting van een beslissing tot toekenning van maatschappelijke dienstverlening mee; |
Formulier D1 |
Op dit formulier vordert het OCMW de kosten van de toegekende hulp terug van de Staat; |
Formulier D2 |
Het OCMW de vordert de hospitalisatiekosten en de farmaceutische kosten terug die werden verstrekt in een zorginstelling (buiten het systeem van MediPrima); |
Formulier F |
Op dit formulier deelt het OCMW de terugvordering mee bij de begunstigde of bij een andere instelling van de kosten van de maatschappelijke dienstverlening of van de hospitalisatiekosten en van de farmaceutische kosten die werden verstrekt in een zorginstelling; |
De rubrieken van formulier A
Definitie van een dossier: in het kader van deze verklarende nota wordt onder dossier verstaan, een hoofdbegunstigde, de levenspartner, de minderjarige kinderen ten laste
Formulier A duidt de begunstigden aan van het dossier en vermeldt de gegevens in verband met hun identiteit.
Er is steeds een enkele hoofdbegunstigde per dossier.
De hoofdbegunstigde is de persoon van wie het dossier de naam draagt en die de steun heeft aangevraagd. Hij is de houder van het dossier.
Wanneer het dossier bijkomende begunstigden telt (partner, minderjarige kinderen ten laste) naast de hoofdbegunstigde, moet formulier A worden ingevuld met de gegevens van deze begunstigden.
Bij wijziging in de bijkomende begunstigden (een persoon maakt geen deel meer uit van de bijkomende begunstigden of maakt er nu deel van uit, wat voorheen niet het geval was…), moet formulier A bijgevolg worden aangepast.
Op dit formulier geeft het OCMW de gegevens weer in verband met de identiteit van de begunstigde(n).
2. Nummer KBO
Het nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
Hoofdbegunstigde
3. Dossiernummer
Het OCMW kent vrij een uniek dossiernummer toe aan de hoofdbegunstigde (dat ook zal gebruikt worden voor de bijkomende begunstigden).
Het moet echter aan de volgende voorwaarden beantwoorden:
- Vanaf het ogenblik dat een dossiernummer wordt toegekend aan een begunstigde, kan dit niet meer worden toegekend aan een andere begunstigde en blijft dit definitief.
- Het dossiernummer telt maximaal 11 karakters.
- Cijfers en letters zijn toegestaan. Andere tekens (blanco, streepjes, schuine streepjes, ...) zijn toegestaan, maar worden niet erkend tijdens de informaticabehandeling. Hetzelfde geldt voor de nullen die het eerste cijfer of de eerste letter van het dossier voorafgaan. In de behandeling worden kleine letters op dezelfde manier geïnterpreteerd als hoofdletters.
Het dossiernummer is de spil tussen de verschillende formulieren die eenzelfde dossier vormen. Het identificeert het dossier en zal steeds worden overgenomen op de andere formulieren in verband met het dossier die het OCMW indient. Het dossiernummer kan niet worden gewijzigd.
Wanneer een bijkomende begunstigde hoofdbegunstigde wordt, moet een nieuw dossiernummer worden toegekend. (voorbeeld: een kind dat 18 jaar wordt, wijziging in de gezinssituatie, zoals scheiding van het koppel, …).
Hoewel dit niet verplicht is, beveelt de POD MI aan om het rijksregisternummer te gebruiken als dossiernummer.
4. Datum van inwerkingtreding
Voor een eerste aanvraag is de datum van inwerkingtreding de datum vanaf wanneer de steun wordt toegekend door het OCMW.
Wanneer een OCMW een nieuw formulier A verstuurt om een wijziging van gegevens te melden, is de datum van inwerkingtreding de datum vanaf wanneer de wijziging van toepassing zijn.
11. Naam
Het OCMW schrijft de naam van de begunstigde zoals die voorkomt in het Rijksregister.
Bij een samengestelde naam moeten deze allemaal worden ingeschreven in de rubriek.
12. Voornaam
Het OCMW schrijft de voornaam van de begunstigde zoals die voorkomt in het Rijksregister.
Wanneer er geen naam gekend is in het Rijksregister moet deze rubriek niet worden ingevuld.
13. Geboortedatum
Het OCMW schrijft de geboortedatum van de hoofdbegunstigde zoals die voorkomt in het Rijksregister
Wanneer de geboortedatum van de hoofdbegunstigde niet gekend is, past het OCMW volgende regels toe:
Wanneer enkel het geboortejaar gekend is, maar niet de dag of de maand gebruikt het OCMW de datum van 30 juni met het geboortejaar (bijvoorbeeld: 30/06/1977).
Wanneer enkel de dag niet gekend is, terwijl maand en jaar gekend zijn, gebruikt het OCMW 15 in de zone dag.
14. Nummer INSZ (Identificatienummer Sociale Zekerheid)
Wanneer de begunstigde niet over een INSZ-nummer beschikt, moet een bisnummer (eveneens voor het statuut E zie hieronder) worden aangevraagd aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. (Voor de aanvraag tot het verkrijgen van een bisnummer bestaat er een specifieke XML-stroom die jouw informaticaleverancier jou kan uitleggen).
15. Statuut
De status komt overeen met een bepaalde categorie op basis van wettelijke bepalingen.
De volgende codes zijn mogelijk:
A |
erkende vluchteling of staatloze( met recht op leefloon) en subsidiaire bescherming (vanaf 1/12/16) |
B |
kandidaat-vluchteling |
C |
illegaal verblijvend en gekend in het Rijksregister of de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid |
E |
tijdelijk verblijf / vreemdeling op doorreis (met toeristenvisum) |
F |
Belg gerepatrieerd door de regering |
G |
minderjarige van onbekende vader of moeder of kind van Belgische nationaliteit dat verlaten werd bij de geboorte en waarvan de moeder niet was ingeschreven in het bevolkingsregister |
H |
Belg die niet is ingeschreven in het bevolkingsregister |
I |
vreemdeling die niet is ingeschreven in het bevolkingsregister, die het recht hebben om in het land te verblijven |
K |
vreemdeling met attest "tijdelijk duur ontheemde " |
M |
minderjarig kind ten laste dat in het bevolkingsregister is ingeschreven |
21. Adres
Het OCMW vermeldt het adres van de feitelijke verblijfplaats van de begunstigde.
Het gaat niet noodzakelijk om het officiële adres van de begunstigde.
22. Postcode
Het OCMW vermeldt de postcode van de gemeente van feitelijke verblijfplaats.
23. Instelling
Wanneer de hoofdbegunstigde in een instelling verblijft, geeft het OCMW duidt het soort instelling aan:
01 |
Psychiatrisch ziekenhuis |
02 |
Erkende instelling voor gehandicapten |
03 |
Erkend rustoord voor bejaarden, serviceflatgebouw of woningcomplex met dienstverlening, voor zover deze voorzieningen als dusdanig door de bevoegde overheid erkend zijn |
04 |
Instelling van gelijk welke aard, waar die persoon verplicht verblijft in uitvoering van een rechterlijke of administratieve beslissing |
05 |
Instelling of inrichting die door de bevoegde overheid erkend is om personen in noodsituaties op te vangen en hen tijdelijk te huisvesten en te begeleiden |
06 |
Erkend rust- en verzorgingstehuis |
07 |
Een psychiatrisch verzorgingstehuis of initiatief van beschut wonen, voor zover deze voorzieningen door de bevoegde overheid erkend zijn |
08 |
Instelling voor kinderen of verblijf bij een privépersoon die hem huisvest onder bezwarende titel |
09 |
Andere |
31. Nationaliteit
Het OCMW vermeldt de nationaliteit van de begunstigde met behulp van de NIS-code-nationaliteit zoals die voorkomt in het Rijksregister
33. Geslacht
De volgende codes zijn mogelijk :
1 | Man |
2 | Vrouw |
35. Feitelijke toestand
De volgende codes zijn mogelijk:
03 |
psychiatrisch ziekenhuis, erkende instelling voor personen met een handicap, erkend rusthuis voor ouderen, serviceflatgebouw of woningcomplex met dienstverlening, voor zover deze voorzieningen als dusdanig door de bevoegde overheid erkend zijn, instelling van gelijk welke aard, waar die persoon verplicht verblijft in uitvoering van een rechterlijke of administratieve beslissing, instelling of inrichting die door de bevoegde overheid erkend is om personen in noodsituaties op te vangen en hen tijdelijk te huisvesten en te begeleiden, erkend rust- en verzorgingstehuis, wanneer het gaat om een minderjarige, instelling voor kinderen of verblijf bij een privépersoon die hem huisvest onder bezwarende titel, een psychiatrisch verzorgingstehuis of initiatief van beschut wonen, voor zover deze voorzieningen door de bevoegde overheid erkend zijn |
A of B of E |
05 |
de begunstigde is alleenstaand |
B |
11 |
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner |
A |
12 |
de begunstigde woont enkel samen met de ouders of aanverwanten en/of andere personen (geen kinderen) |
A |
13 |
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner en ouders of verwanten en/of andere personen (geen kinderen) |
A |
14 |
de begunstigde woont enkel samen met één of meer ongehuwde minderjarige kinderen |
E |
15 |
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner en één of meer ongehuwde minderjarige kinderen |
E |
16 |
de begunstigde woont samen met één of meer minderjarige kinderen en ouders of verwanten en/of andere personen |
E |
17 |
de begunstigde woont samen met zijn partner en één of meer minderjarige kinderen en ouders of verwanten en/of andere personen |
E |
18 |
de begunstigde woont enkel samen met meerderjarige kinderen |
A |
19 |
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner en meerderjarige kinderen |
A |
20 |
de begunstigde woont enkel samen met meerderjarige kinderen en ouders of verwanten en/of andere personen |
A |
21 |
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner en meerderjarige kinderen en ouders of verwanten en/of andere personen |
A |
22 |
de begunstigde woont enkel samen met meerdere kinderen, waarvan minstens één ongehuwd minderjarig kind |
E |
23 |
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner en meerdere kinderen, waarvan minstens één ongehuwd minderjarig kind |
E |
24 |
de begunstigde woont samen met meerdere kinderen, waarvan minstens een ongehuwd minderjarig kind en ouders of verwanten en/of andere personen |
E |
25 |
de begunstigde woont samen met zijn partner en meerdere kinderen, waarvan minstens een ongehuwd minderjarig kind en ouders of verwanten en/of andere personen |
E |
26 |
de begunstigde woont samen met minstens één ongehuwd minderjarig kind en een partner die niet aan de voorwaarden van categorie E voldoet. |
A of E |
Het gaat hier om de feitelijke gezinssituatie van de hoofdbegunstigde.
A= categorie samenwonende B=categorie alleenstaande E= categorie gezinslast
36. Aantal begunstigden
Het OCMW vermeldt het aantal personen dat deel uitmaakt van het dossier. De toegekende steun aan de hoofdbegunstigde is eigenlijk bestemd voor alle begunstigden van het dossier.
43. Datum 1ste inschrijving
Het gaat om de datum van de eerste inschrijving in het Rijksregister.
Deze rubriek moet worden ingevuld voor de statussen A, B, C, I en K, maar niet voor de statussen E, F, G en H.
44. Ononderbroken verblijf van 5 jaar
Het OCMW vermeldt of de begunstigde sinds vijf jaar in België verblijft, met of zonder onderbreking. De periode van 5 jaar moet berekend worden vanaf de eerste datum van inschrijving in het vreemdelingenregister.
De volgende codes zijn mogelijk:
0 |
de hoofdbegunstigde heeft geen 5 jaar in België verbleven |
1 |
de hoofdbegunstigde heeft vijf jaar zonder onderbreking in België verbleven |
2 |
de hoofdbegunstigde heeft vijf jaar in België verbleven, maar onderbroken. |
92. Referentie
In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekenning van maximaal 12 karakters.
Bijkomende begunstigde
Suffix
- Een uniek suffix met twee karakters wordt aan elke bijkomende begunstigde toegekend. Dit suffix vervolledigt het dossiernummer van de hoofdbegunstigde. Het suffix moet, samen met het dossiernummer, worden overgenomen op de andere formulieren die door het OCMW worden ingediend.
- Elke bijkomende begunstigde wordt één enkel suffix toegekend in het dossier.
- Dit suffix is onveranderlijk; de bijkomende begunstigde behoudt het zolang hij deel uitmaakt van het dossier.
61. Naam
62. Voornaam
63. Geboortedatum
64. INSZ Nummer
65. Statuut
67. Nationaliteit
De rubrieken 61 tot 67: de instructies van de rubrieken die overeenkomen met die van de hoofbegunstigde zijn hier eveneens van toepassing.
68. Verband met de hoofdbegunstigde
Het OCMW noteert hier het verband tussen de bijkomende begunstigde en de hoofdbegunstigde.
01 |
partner van de begunstigde |
02 |
minderjarig kind ten laste van de begunstigde |
De rubrieken van formulier B1.
Het OCMW vermeldt dat het de beslissing heeft genomen om steun toe te kennen aan de op formulier A aangehaalde begunstigden.
Formulier B1 zal steeds ingevuld worden met de referenties van de hoofdbegunstigde, zelfs wanneer de steun bestemd is voor de bijkomende begunstigden.Het OCMW vult formulier B1 volledig in en vermeldt er de vormen van steun die het OCMW beslist heeft om toe te kennen.
Indien er geen duur wordt vermeld op formulier B1 wordt de duur beschouwd als gelijk aan een jaar. Er moet worden opgemerkt dat een wijzing van statuut tot gevolg heeft dat de duur van het lopende formulier B1 automatisch ingekort wordt.
Wanneer de begunstigde van statuut wijzigt, moet het OCMW altijd een nieuw formulier B1 bezorgen met dezelfde datum van inwerkingtreding dan die van formulier A waarmee het OCMW de wijziging van statuut heeft meegedeeld.
De datum van inwerkingtreding van formulier B1 kan onmogelijk worden verbeterd. Een andere datum van inwerkingtreding betekent dat het om een nieuw formulier B1 gaat. *Formulier B1 moet binnen de 45 dagen na het toekennen van de steun worden ingediend (art. 9 wet van 2/4/65)
Terugbetalingsmogelijkheden per statuut:
STATUUT |
A |
B |
C |
E |
F |
G |
H |
I |
K |
M |
Financiële hulp |
|
* |
|
|
|
|
|
* |
* |
|
Kinderbijslag |
|
* |
|
|
|
|
|
* |
|
|
Ziekenfonds ( aanvullend) |
* |
* |
|
|
* |
|
|
* |
|
|
Medische/farmaceutische kosten |
* |
* |
* |
* |
* |
|
|
* |
* |
|
Repatriëringskosten |
* |
|
|
* |
|
|
|
* |
|
|
Geboortepremie |
|
* |
|
|
|
|
|
* |
|
|
Regularisatie ziekenfonds |
* |
* |
|
|
* |
|
|
* |
|
|
Plaatsings- of verblijfskosten |
|
|
|
|
|
* |
|
|
|
|
Huisvestingskosten |
|
* |
|
|
* |
|
|
|
|
|
Art. 60, §7 |
|
|
|
|
|
|
|
* |
|
|
Art. 61 |
|
|
|
|
|
|
|
* |
|
|
Activering maatschappelijke dienstverlening |
|
|
|
|
|
|
|
* |
|
|
Partnerschapsovereenkomst |
|
|
|
|
|
|
|
* |
|
|
Onderhoudsuitkering |
|
* |
|
|
|
|
|
* |
* |
|
Hospitalisatiekosten |
* |
* |
* |
* |
* |
|
* |
* |
* |
|
Ambulante zorgen (zorginstelling) |
* |
* |
* |
* |
* |
|
* |
* |
* |
|
2. KBO nummer
Het KBO-nummer is een nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
3. Dossiernummer
Het gaat om het dossiernummer van de hoofdbegunstigde, zoals dat door het OCMW werd meegedeeld via formulier A.
4. Datum van inwerkingtreding
De datum van inwerkingtreding is de datum vanaf wanneer de steun wordt toegekend door het OCMW.
31. Financiële hulp
1 |
Het OCMW heeft beslist om financiële steun toe te kennen aan de begunstigden |
32. Gewaarborgde Kinderbijslag
1 |
Het OCMW heeft beslist om het equivalent van de gewaarborgde kinderbijslag toe te kennen |
Het betreffende bedrag van de gewaarborgde kinderbijslag is gelijk aan het maximum van de basiskinderbijslag + sociale verhoging + de leeftijdssupplementen vastgelegd door de wet van 20 juli 1971 tot invoering van gewaarborgde gezinsbijslag.
Tijdens de eerste vijf jaar, kan de Staat de gewaarborgde kinderbijslag ten laste nemen (residuair recht). Na deze termijn moet FAMIFED in principe de uitkeringen en de leeftijdssupplementen betalen. Het OCMW moet toezien op de uitvoering van dit recht.
De terugvordering van het equivalent van de gewaarborgde kinderbijslag kan starten de maand die volgt op die van de geboorte en de terugvordering van de leeftijdssupplementen kan starten de maand die volgt op die van de verjaardag.
Het equivalent van de gewaarborgde kinderbijslag is enkel verschuldigd voor de minderjarige kinderen ten laste.
33. Ziekenfonds, aanvullende bijdrage
1 |
Het OCMW heeft beslist om het equivalent van de aanvullende bijdrage toe te kennen aan het ziekenfonds |
34. Medische en farmaceutische kosten
1 |
Het OCMW heeft beslist om de kosten van medische en farmaceutische zorgen ten laste te nemen die niet werden verstrekt aan de begunstigde in een zorginstelling |
35. Repatriëringskosten
1 |
Het OCMW heeft beslist om de repatriëringskosten van de begunstigden ten laste te nemen |
De tenlasteneming van deze kosten wordt geregeld door artikel 8 van de wet van 2 april 1965. Het gaat hier enkel om de kosten van de behoeftige vreemdelingen die vrijwillig het land willen verlaten en geen aanspraak kunnen maken op het vrijwillige terugkeerprogramma van de Internationale Migratie-organisatie.
Het OCMW moet vooraf de toestemming vragen van de POD Maatschappelijke Integratie. Hiervoor stuurt het OCMW een gemotiveerd sociaal verslag en een financiële raming.
36. Geboortepremie
1 |
Het OCMW heeft beslist om het equivalent van het kraamgeld toe te kennen |
Voor elk kind waarvoor een aanvraag tot terugbetaling werd gedaan, moet formulier A worden aangepast met de vermelding van de naam van het nieuw geboren kind.
37. Regularisatie (achterstallen)ziekenfonds
1 |
Het OCMW heeft beslist om de begunstigden steun toe te kennen voor de regularisering van de inschrijving bij het ziekenfonds |
Het gaat om achterstallen van de aanvullende bijdrage aan een verzekeringsinstelling in het kader van de ziekte-invaliditeitsverzekering, bijdrage te betalen opdat de begunstigde in orde is met de verzekering.
38. Plaatsing-of verblijjskosten
1 |
Het OCMW heeft beslist om de begunstigden steun toe te kennen voor de plaatsing- en verblijfskosten |
Het gaat hier enkel om de plaatsing- en verblijfskosten in een medisch-pedagogische instelling van minderjarigen van onbekende vader of moeder of met de Belgische nationaliteit die achtergelaten werden bij de geboorte en waarvan de moeder niet was ingeschreven in het bevolkingsregister (statuut G).
39. Huisvestingskosten
1 |
Het OCMW heeft beslist om de begunstigden steun toe te kennen voor de huisvestingskosten |
Het gaat hier om de huisvestingskosten die ten laste kunnen worden genomen door de Staat wanneer voldaan werd aan de voorwaarden van artikel 5 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995.
- Voor een alleenstaande: de Staat neemt een bedrag ten laste dat overeenkomt met ten hoogste het bedrag van de maandelijkse steun voor een alleenstaande.
- Voor een gezin kan de Staat tot drie maal dit bedrag ten laste nemen.
40. Andere vormen van steun
De rubriek is momenteel inactief.
41. Tewerkstelling artikel 60 § 7
- De kosten in verband met de tewerkstelling in het kader van artikel 60§7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW ‘s kunnen enkel worden teruggevorderd voor de personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister (statuut I).
- De toelage van de Staat toegekend aan het OCMW voor de tewerkstelling is gelijk aan het bedrag van categorie E voor een voltijdse tewerkstelling en 500,00 EUR voor een tewerkstelling die niet voltijds is en minstens halftijds is.
- Voor een sociale-economie-initiatief met een verhoogde toelage: het bedrag van de bruto loonkosten is op 01/01/2016 beperkt tot 24.532,14 EUR/jaar (bedrag in verhouding verminderd in geval van halftijdse tewerkstelling).
- Wanneer het OCMW aanvullende financiële steun toekent aan een persoon waarvoor reeds een toelage werd ontvangen in het kader van artikel 60, §7, kan deze aanvullende financiële steun worden teruggevorderd van de Staat aan 100 %.
Er moet hier worden opgemerkt dat het loon dat de begunstigde heeft ontvangen voor zijn tewerkstelling wel degelijk beschouwd wordt als een inkomen.
Soort: Begunstigde / Partner
De volgende codes zijn mogelijk:
1 |
Tewerkstelling met het oog op een beroepservaring |
2 |
Tewerkstelling met het oog op het bekomen van volledige sociale uitkeringen. |
3 |
Tewerkstelling met het oog op werkervaring (contract aangevat vanaf 01/1/2017) |
4 |
Tewerkstelling met het oog op het bekomen van volledige sociale uitkeringen (contract aangevat vanaf 01/01/2017) |
Codes 1 en 2 zullen gecontroleerd worden zoals dit nu het geval is en codes 3 en 4 zullen specifieke regels hebben voor het Vlaamse Gewest (toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) van CAO nr. 43. Op 01/1/2017 bedraagt dit op jaarbasis 22.141,71 € in plaats van de leefloon categorie E). De leeftijd van de begunstigde komt niet meer in aanmerking (geen meer supplement van 25%).
Uurrooster: Begunstigde / Partner
De volgende codes zijn mogelijk:
1 |
Halftijds arbeidsstelsel |
2 |
Meer dan halftijds en minder dan voltijds arbeidsstelsel |
3 |
Voltijds arbeidsstelsel |
Tewerkstellingsplaats: Begunstigde / Partner
De volgende codes zijn mogelijk:
01 |
De begunstigde wordt in het OCMW zelf tewerkgesteld |
02 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in de gemeente die samenwerkt met het betrokken OCMW |
03 |
De begunstigde wordt in een ander OCMW tewerkgesteld |
04 |
De begunstigde wordt in tewerkgesteld in een gemeente die samenwerkt met een ander OCMW |
05 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vzw met een sociaal doel |
06 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vzw met een cultureel doel |
07 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vzw met een ecologisch doel |
08 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een intercommunale met een sociaal doel |
09 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een intercommunale met een cultureel doel |
10 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een intercommunale met een ecologisch doel |
11 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een initiatief erkend door de Minister bevoegd voor sociale economie, maar het OCMW vraagt de verhoogde toelage niet of kan ze niet ontvangen. |
12 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vereniging in de zin van hoofdstuk XII van de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 |
13 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een openbaar ziekenhuis dat van rechtswege aangesloten is bij de RSZ-PPO |
14 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een openbaar ziekenhuis dat van rechtswege aangesloten is bij de RSZ |
15 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in een initiatief erkend door de Minister bevoegd voor sociale economie. In dit kader beschikt het OCMW over een contingent en vraag de verhoogde toelage aan. |
16 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld bij een partner die een overeenkomst heeft gesloten met het OCMW op basis van de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 (art. 61) |
17 |
De begunstigde wordt op een andere plaats tewerkgesteld |
18 |
De begunstigde werkt in de privésector en maakt geen gebruik van een activering art. 61 |
*code in te vullen in het vakje begunstigde wanneer de hoofdbegunstigde tewerkgesteld wordt en in te vullen in het vakje echtgenoot wanneer de partner wordt tewerkgesteld.
42. Tewerkstelling artikel 61
De kosten van de tewerkstelling in het kader van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 kunnen enkel worden teruggevorderd voor de personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister (statuut I).
Begunstigde / Partner
1 |
De begunstigde wordt tewerkgesteld in het kader van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 |
43. Activeringsvormen van de maatschappelijke dienstverlening
Begunstigde / Partner
De volgende codes zijn mogelijk:
00 |
Geen tewerkstelling in het kader van de activering van de maatschappelijke dienstverlening |
02 |
Overgangsprogramma – minstens halftijds - geen PWA-activiteiten - 250,00 EUR/maand |
03 |
Overgangsprogramma – minstens halftijds - PWA-activiteiten - 300,00 EUR/maand |
06 |
Overgangsprogramma – minstens 4/5 - geen PWA-activiteiten - 325,00 EUR/maand |
07 |
Overgangsprogramma – minstens 4/5 - PWA-activiteiten - 375,00 EUR/maand |
08 |
Overgangsprogramma – minstens halftijds - het werkloosheidspercentage van de gemeente is meer dan 20 % hoger dan het gemiddelde van het gewest - 435,00 EUR/maand |
09 |
Overgangsprogramma – minstens 4/5 - het werkloosheidspercentage van de gemeente is meer dan 20 % hoger dan het gemiddelde van het gewest - 545,00 EUR/maand |
12 |
Initiatief sociale inschakeling (SINE) - minstens halftijds - 435,00 EUR/maand |
13 |
Initiatief sociale inschakeling (SINE) - minstens 4/5 - 545,00 EUR/maand |
14 |
Invoeginterim - 500,00 EUR/maand |
15 |
Activaplan - 500,00 EUR/maand |
16 |
Activaplan Stadswachten – jonger dan 45 jaar – 900,00 EUR/maand |
17 |
Activaplan Stadswachten – 45 jaar of ouder – 1100,00 EUR/maand |
18 |
Initiatief tot Sociale inschakeling: Alle nieuwe SINE-maatregelen sinds 01/01/2004 - 500,00 EUR/maand |
19 |
Combinatie van de vormen van activering van de maatschappelijke dienstverlening (SINE/Activaplan/ Doorstromingsprogramma) |
De kosten van de tewerkstelling in het kader van de activering van de maatschappelijke dienstverlening kunnen enkel worden teruggevorderd voor de personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister (statuut I).
Met ingang van 01/01/2017 zullen enkel de codes 12, 13 en 18 behouden blijven voor Vlaanderen
44. Partnerschapovereenkomst
Deze maatregel is niet meer van toepassing voor de Waalse OCMW ‘s met uitzondering van de 9 Duitstalige OCMW ’s
Begunstigde / Partner
1 |
Individuele begeleiding van minstens 50 uren |
2 |
Individuele begeleiding van minstens 100 uren |
45. Onderhoudsuitkering
Begunstigde / Partner:
1 |
Onderhoudsgeld wordt aangevraagd |
- Het gaat om een specifieke toelage voor personen die alimentatievorderingen moeten betalen voor hun kinderen.
- Deze toelage bedraagt de helft van het bedrag van de betaalde onderhoudsuitkeringen, met een maximum van 91,67 EUR/maand (terugbetaling aan 100 %).
51. Inschrijvingscode in het rijksregister
De volgende codes zijn mogelijk:
1 |
De hoofdbegunstigde is nergens ingeschreven |
2 |
De hoofdbegunstigde is ingeschreven in het bevolkingsregister |
3 |
De hoofdbegunstigde is ingeschreven in het vreemdelingenregister |
4 |
De hoofdbegunstigde is geschrapt uit het bevolkings- of vreemdelingenregister |
5 |
De hoofdbegunstigde is ingeschreven in het wachtregister |
53. Categorie
De volgende codes zijn mogelijk:
A |
Samenwonende |
B |
Alleenstaande |
E |
Persoon die samenwoont met een gezin te zijnen laste mits er ten minste één ongehuwd minderjarig kind aanwezig is. |
Wanneer de hoofdbegunstigde van categorie verandert, moet een nieuw formulier B1 worden bezorgd.
54. Huisvestingsaanbod
De volgende codes zijn mogelijk:
1 |
De begunstigde verblijft in de gemeente van het OCMW (code 207) en er wordt hem huisvesting aangeboden |
2 |
De begunstigde verblijft in een andere gemeente dan de gemeente van het OCMW (code 207) en krijgt geen huisvesting aangeboden |
3 |
De begunstigde verblijft in een andere gemeente dan de gemeente van het OCMW (code 207) en heeft de huisvesting geweigerd of heeft niet gereageerd op het aanbod |
4 |
De begunstigde verblijft in de gemeente van het OCMW (code 207) en krijgt geen huisvesting aangeboden |
5 |
De begunstigde heeft voordien in de gemeente van het OCMW gewoond (code 207) in een woning die hem werd aangeboden, maar is vervolgens verhuisd naar een andere gemeente |
* code 207 = verplichte inschrijvingsplaats
61. Duur
Deze kan worden uitgedrukt in:
- maanden, weken, dagen.
- Een combinatie van maanden, weken en dagen is mogelijk.
Wanneer de duur van een beslissing niet is vermeld, gaan we uit van het principe dat de duur 12 maanden bedraagt.
Wanneer het statuut van een betrokkene wijzigt, wordt een lopende beslissing automatisch onderbroken.
62. Datum van de beslissing
Deze datum valt samen met de datum van de OCMW- raad waarin het haar beslissing tot toekenning van steun heeft genomen.
92. Referentie
In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekenning van maximaal 12 karakters.
94. Vonnis of arrest
1 |
De steun werd toegekend krachtens een vonnis van de arbeidsrechtbank of een arrest van het arbeidshof. |
De rubrieken van formulier B2
Het OCMW deelt de tenlasteneming mee van de hospitalisatiekosten en van de ambulante kosten die werden verstrekt in een zorginstelling buiten het systeem van MediPrima.
Formulier B2 is slechts van toepassing op een enkele begunstigde. In tegenstelling tot formulier B1 moet een formulier B2 worden opgesteld, zowel voor de hoofdbegunstigde, als voor de bijkomende begunstigden. .
De begunstigde waarvan sprake wordt geïdentificeerd via zijn suffix.De duur van de beslissing, die op het formulier moet vermeld worden, mag 12 maanden niet overschrijden.
Indien er geen duur wordt vermeld op formulier B2 wordt de duur beschouwd als gelijk aan 12 maanden. Opgelet: een wijzing van statuut heeft automatisch de onderbreking tot gevolg van de duur van het lopende formulier B2.
De datum van inwerkingtreding van formulier B2 kan onmogelijk worden verbeterd. Een andere datum van inwerkingtreding wil zeggen dat het gaat om een nieuw formulier. Wanneer de begunstigde van statuut wijzigt (zie formulier A), moet het OCMW steeds een nieuw formulier B2 bezorgen met dezelfde datum van inwerkingtreding van die van formulier A waarvoor het OCMW de wijziging van statuut heeft meegedeeld.
Het formulier B2 moet ingediend worden binnen de 45 dagen met ingang van de steunaanvraag (art.9 wet van 2/4/1965).
2. KBO nummer
Het nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
3. Dossiernummer
Het OCMW vermeldt het dossiernummer waarvan de begunstigde deel uitmaakt.
Het OCMW vermeldt het suffix van de begunstigde zoals dit voorkomt op formulier A (hoofdbegunstigde of bijkomende begunstigde).
4. Datum van inwerkingtreding
Het gaat om de begindatum van de periode waarvoor het OCMW beslist heeft om de hospitalisatiekosten en/of ambulante kosten (buiten MediPrima) ten laste te nemen.
De belangrijke datum voor de terugbetaling door de Staat is de begindatum van de hospitalisatie en de datum waarop de ambulante zorgen werden verleend. De tenlasteneming door de Staat houdt geen rekening met de datum waarop de begunstigde het OCMW vraagt om bepaalde kosten ten laste te nemen, noch met de datum waarop het OCMW beslist om ze ten laste te nemen, noch de datum waarop het OCMW ze effectief betaalt.
41. Hospitalisatiekosten
1 |
Het OCMW heeft beslist om de hospitalisatiekosten van de begunstigde ten laste te nemen |
Het gaat om een hospitalisatie wanneer een verpleegdag in rekening wordt gebracht.
42. Medische en farmaceutische kosten die het resultaat zijn van ambulante zorg die verleend wordt in een zorginstelling
1 |
Het OCMW heeft beslist om de medische en farmaceutische kosten ten laste te nemen die het gevolg zijn van ambulante kosten die werden verleend in een zorginstelling |
51. Inschrijvingscode in het rijksregister
De volgende codes zijn mogelijk:
1 |
De hoofdbegunstigde is nergens ingeschreven |
2 |
De begunstigde is ingeschreven in het bevolkingsregister |
3 |
De begunstigde is ingeschreven in het vreemdelingenregister |
4 |
De begunstigde is geschrapt uit het bevolkings- of vreemdelingenregister |
5 |
De begunstigde is ingeschreven in het wachtregister |
61. Duur
Deze kan worden uitgedrukt in:
- Maanden, weken, dagen.
- Een combinatie van maanden, weken en dagen is mogelijk.
Wanneer de duur van een beslissing niet is vermeld, gaan we uit van het principe dat de duur 12 maanden bedraagt.
Wanneer het statuut van een betrokkene wijzigt, wordt een lopende beslissing automatisch onderbroken.
62. Datum van de beslissing
Het OCMW vermeldt de datum waarin de OCMW-raad haar beslissing tot toekenning van steun heeft genomen.
92.Referentie
In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekenning van maximaal 12 karakters.
94. Vonnis of arrest
1 |
De steun werd toegekend krachtens een vonnis van de arbeidsrechtbank of een arrest van het arbeidshof. |
De rubrieken van formulier C
Het OCMW deelt mee dat het de aan een begunstigde toegekende steun beëindigt.
Een formulier C kan betrekking hebben op een formulier B1 of op een formulier B2.
De datum van inwerkingtreding van formulier C kan onmogelijk worden verbeterd. Een andere datum van inwerkingtreding betekent dat het om een ander en nieuw formulier C gaat.
Het OCMW kan eveneens een reeds ingediend formulier C annuleren. Hiervoor vult het een nieuw formulier C in met dezelfde gegevens als die in formulier C dat geannuleerd moet worden en vermeldt code 9 in de rubriek regularisatie. Het originele formulier C wordt beschouwd alsof het nooit heeft bestaan.
De annulering van een formulier C heeft tot gevolg dat formulier B dat oorspronkelijk stopgezet werd, opnieuw geldig wordt.
Het OCMW moet een formulier C versturen telkens als het de beslissing neemt om de steun stop te zetten.
2. KBO nummer
Het nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
3. Dossiernummer
Het OCMW vermeldt het dossiernummer waarvan de begunstigde deel uitmaakt.
Er moet worden opgemerkt dat een formulier C slechts verband houdt met een enkel formulier B1 of met een enkel formulier B2. Met andere woorden, elke formulier, of het nu B1 of B2 is, moet geannuleerd worden door een apart formulier C (C1 en/of C2).
Wanneer er een einde moet gesteld worden aan een formulier B1 moet formulier C het suffix hebben van de hoofdbegunstigde. Dit suffix is noodzakelijk gelijk aan '00'.
Wanneer er een einde moet gesteld worden aan een formulier B2 moet formulier C het suffix hebben van de begunstigde die vermeld wordt in formulier B2 (Hoofd- of bijkomende begunstigde).
4. Datum van inwerkingtreding
Het gaat om de datum vanaf wanneer de steun van het OCMW werd stopgezet.
62. Datum van de beslissing
Het gaat om de datum vanaf wanneer de steun van het OCMW werd stopgezet.
63. Aard van de beslissing
De volgende codes zijn mogelijk:
1 |
Annulering van een formulier B1 |
2 |
Annulering van een formulier B2 |
64. Reden van de intrekking van de steun
Het OCMW vermeldt de belangrijkste reden waarom de maatschappelijke dienstverlening wordt ingetrokken.
De volgende codes zijn mogelijk:
01 |
De begunstigde heeft geen recht meer op de maatschappelijke dienstverlening omwille van zijn verblijfsstatuut |
02 |
De begunstigde heeft voldoende bestaansmiddelen of heeft de mogelijkheid om voldoende bestaansmiddelen te verwerven |
03 |
De begunstigde kan zijn rechten laten gelden op uitkeringen krachtens de Belgische of buitenlandse sociale wetgeving |
04 |
De begunstigde is niet werkbereid en kan geen gezondheids- of billijkheidsredenen inroepen |
06 |
De begunstigde is erkend als vluchteling en heeft dus recht op het leefloon |
07 |
De feitelijke verblijfplaats van de begunstigde ligt niet in België |
08 |
De begunstigde verzaakt aan zijn aanvraag tot maatschappelijke dienstverlening |
09 |
De begunstigde is overleden |
10 |
Het OCMW is niet bevoegd om maatschappelijke dienstverlening toe te kennen aan de begunstigde |
11 |
De begunstigde is jonger dan 25 jaar en weigert om een geïndividualiseerde integratieovereenkomst te sluiten |
12 |
De begunstigde kan aanspraak maken op een onderhoudsuitkering vanwege de personen die hiertoe verplicht zijn |
13 |
De begunstigde weigert om mee te werken aan het sociaal onderzoek |
14 |
Andere redenen |
91. Intrekking van formulier C
9 |
Dit formulier C is een annulering van een bestaand formulier C |
92. Referentie
Het OCMW kan een referentienummer toekennen van maximaal 12 karakters.
De rubrieken van formulier D1
Het OCMW vordert de kosten van de toegekende hulp terug van de Staat
Enkel de vormen van maatschappelijke dienstverlening die het OCMW vooraf bekend gemaakt heeft via een formulier B1 kunnen geïnd worden. Wanneer formulier B1 geweigerd wordt, kunnen de kosten waarvan de invordering gevraagd wordt via formulier D1 niet worden terugbetaald aan het OCMW. Formulier B1 moet eerst worden verbeterd.
Formulier D1 kan enkel worden ingevuld voor de hoofdbegunstigde.
Het OCMW vermeldt op formulier D1 de bedragen die bij de Staat kunnen worden teruggevorderd.
Het OCMW vermeldt hier het bedrag aan 100 %.
Merk eveneens op dat de Staat de kosten niet zal terugbetalen aan het OCMW als blijkt dat de begunstigde geen recht had op maatschappelijke dienstverlening gedurende de maand waarop het formulier D1 betrekking heeft, zelfs als reeds een formulier B1 werd aanvaard voor de periode.
De Staat zal evenmin de kosten terugbetalen die vermeld worden op formulier D1 wanneer formulier B1 geblokkeerd is.
Een formulier D1 heeft steeds betrekking op een enkele kalendermaand. Het gaat om de maand waarvoor de steun werd toegekend.
Bij verbetering stuurt het OCMW een nieuw formulier D1, volledig ingevuld, met de juiste gegevens, dezelfde toekenningsdatum van de steun en hetzelfde dossiernummer als in het te verbeteren formulier D1. Het nieuwe formulier zal het andere overschrijven
Het OCMW moet formulier D1 bezorgen binnen een termijn van 12 tot 15 maanden (art. 12 van de wet van 2/4/65), volgens de begindatum van de toekenningsperiode van de steun, als het de betaling wil ontvangen van de kosten die op het formulier worden vermeld.
2. KBO nummer
Het nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
3. Dossiernummer
Het gaat om het dossiernummer van de hoofdbegunstigde, zoals dat door het OCMW werd meegedeeld via formulier A.
4. Maand van toekenning steun
Het OCMW vermeldt de maand waarvoor de steun werd toegekend.
31. Financiële hulp
Bedrag van de steun
Het OCMW vermeldt het bedrag van de toegekende maatschappelijke dienstverlening dat kan worden teruggevorderd bij de Staat. Dit bedrag is ten hoogste gelijk aan het bedrag dat overeenkomt met de categorie waartoe de gerechtigde behoort
Verhoogd plafond
Bij toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 januari 1995 kan de Minister toestaan dat de terugbetalingsplafonds die worden vastgelegd door de artikelen 1 tot 3 van dit ministerieel besluit overschreden worden, op basis van gemotiveerde verslagen, die worden voorgelegd door het OCMW na voorafgaan advies van de federale adviescommissie.
Om dit verhoogd terugbetalingsplafond te kunnen genieten, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: (Cf. M.B. 30 januari – art. 4)
Het OCMW stuurt een brief waarin het de toepassing vraagt van dit verhoogd terugbetalingsplafond. Het voegt een verslag toe waarin uitdrukkelijk blijkt dat de opname van het kind/de oudere in een instelling aangewezen is;
Het verhoogd terugbetalingsplafond is geldig gedurende een vernieuwbare periode van zes maanden. Wanneer het verhoogd terugbetalingsplafond nog steeds kan worden toegepast op het dossier na zes maanden moet het OCMW een nieuwe aanvraag sturen, vergezeld van een nieuw verslag.
Wanneer de afwijking wordt toegekend, wordt het terugbetalingsplafond verhoogd tot hoogstens twee maal het bedrag dat overeenkomt met de categorie waartoe de betrokkene behoort.
1 |
Het gaat om een dossier waarvoor een verhoging van het plafond werd goedgekeurd door de minister |
Maandelijks inkomen
Het OCMW vermeldt het inkomen van de begunstigde waarmee het rekening heeft gehouden om het bedrag van de toegekende maatschappelijke dienstverlening te berekenen. Het gedeelte van het inkomen waarmee het OCMW geen rekening houdt in de berekening mag hier niet worden vermeld.
Het OCMW moet de berekeningsregels toepassing zoals die werden vastgelegd in artikel 16 van de wet van 26 mei 2002 en door het KB van 11/7/2002.
32. Gewaarborgde kinderbijslag
Bedrag van de steun
Het OCMW vermeldt het bedrag van de gewaarborgde kinderbijslag toegekend aan de begunstigde.
Aantal kinderen
Het OCMW vermeldt het aantal kinderen waarvoor de kinderbijslag werd toegekend.
33. Ziekenfonds
Aanvullende bijdrage
Het OCMW vermeldt het bedrag van de betaalde aanvullende bijdrage.
34. Medische en farmaceutische kosten
Het OCMW vermeldt het bedrag van de betaalde medische en farmaceutische kosten.
Het gaat hier om het totaalbedrag van de medische en farmaceutische kosten verstrekt aan de begunstigde gedurende een kalendermaand (die niet verstrekt worden in een zorginstelling), voor zover dit kan worden geïnd door de Staat (jullie kunnen het document "Informatiedocument over de medische bewijsstukken voor de OCMW ‘s" raadplegen in dit hoofdstuk van Primabook.)
35. Repatriëringskosten
Het OCMW vermeldt het bedrag van de repatriëringskosten die ten laste werden genomen.
36. Geboortepremie
Het OCMW vermeldt het bedrag van de geboortepremie die werd toegekend aan de begunstigde.
Wanneer het gaat om een meerling moet het totaalbedrag worden vermeld.
Ter herinnering: voor elk kind dat een geboortepremie ontvangt vanwege de Staat moet formulier A worden aangepast.
Geboortedatum
Het OCMW vermeldt de geboortedatum van het kind of van de kinderen waarvoor het de terugbetaling vraagt van de geboortepremie.
Aantal levend geboren kinderen
Het OCMW vermeldt hier enkel het aantal levend geboren kinderen waarvoor kraamgeld werd toegekend tijdens de maand.
Aantal dood geboren kinderen
Het OCMW vermeldt hier enkel het aantal dood geboren kinderen waarvoor kraamgeld werd toegekend tijdens de maand.
37. Regularisatie ziekenfonds
Het OCMW vermeldt het bedrag van de betaalde achterstallige bijdrage.
38. Plaatsing-of verblijfskosten
Het OCMW vermeldt het bedrag van de betaalde plaatsing- of verblijfskosten.
39. Huisvestingskosten
Het OCMW vermeldt het bedrag van de betaalde huisvestingskosten.
40. Andere vormen van steun
Niet invullen.
41. Tewerkstelling artikel 60 § 7
Begunstigde / Partner
Het OCMW vermeldt het maandelijks terugvorderbaar bedrag bij de Staat voor de tewerkstelling van de hoofdbegunstigde in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976.
Voor een sociale-economie-initiatief wordt de toelage verhoogd: het bedrag van de bruto loonkosten is op 01/01/2016 beperkt tot 24.532,14 EUR/jaar (bedrag in verhouding verminderd in geval van halftijdse tewerkstelling).
Bovendien moet het initiatiefnummer en het aantal kalenderdagen ingevuld worden. Er wordt gevraagd om ons het aantal kalenderdagen mee te delen tijdens dewelke de persoon in kwestie effectief werd tewerkgesteld tijdens de maand die gedekt wordt door het formulier.
42. Tewerkstelling artikel 61
Begunstigde / Partner
Het OCMW vermeldt het maandelijks terugvorderbaar bedrag bij de Staat voor de tewerkstelling van de hoofdbegunstigde.
De toelage van de Staat bedraagt maximaal 250,00 EUR per maand voor een voltijdse job; zij wordt in verhouding aangepast in geval van deeltijdse arbeid: voor een halftijdse, bijvoorbeeld, bedraagt het terugvorderbare maximum 125,00 EUR per maand, of 200,00 EUR voor een 4/5 tewerkstelling (cf.: zie tewerkstellingsmaatregel pagina 21).
De toelage moet de werkelijke begeleidings- en/of opleidingskosten dekken. De overeenkomst met de privéwerkgever moet vermelden voor wie het bedrag bestemd is en waarvoor.
43. Activeringsvorm van de maatschappelijke steunverlening
Begunstigde / Partner
Het OCMW vermeldt het maandelijks terugvorderbaar bedrag bij de Staat voor de tewerkstelling van de hoofdbegunstigde in het kader van een doorstromingsprogramma, een sociale-economie-initiatief, een invoeginterim of een Activaplan.
De volgende bedragen zijn terugvorderbaar:
Tewerkstelling met minstens een halftijds uurrooster in het kader van een doorstromingsprogramma, waarbij de begunstigde voorheen geen PWA-activiteiten heeft uitgeoefend |
250,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens een halftijds uurrooster in het kader van een doorstromingsprogramma, waarbij de begunstigde voorheen PWA-activiteiten heeft uitgeoefend |
300,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens 4/5 uurrooster in het kader van een doorstromingsprogramma, waarbij de begunstigde voorheen geen PWA-activiteiten heeft uitgeoefend |
325,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens een 4/5 uurrooster in het kader van een doorstromingsprogramma, waarbij de begunstigde voorheen PWA-activiteiten heeft uitgeoefend |
375,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens een halftijds uurrooster in het kader van een doorstromingsprogramma, waarbij het werkloosheidspercentage van de gemeente meer dan 20% boven het gemiddelde van het gewest ligt |
435,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens een 4/5 uurrooster in het kader van een doorstromingsprogramma, waarbij het werkloosheidspercentage van de gemeente meer dan 20 % boven het gemiddelde van het gewest ligt |
545,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens een halftijds uurrooster in het kader van een sociale inschakelingsinitiatief (SINE) |
435,00 EUR/maand |
Tewerkstelling met minstens een 4/5 uurrooster in het kader van een sociale inschakelingsinitiatief (SINE) |
545,00 EUR/maand |
Tewerkstelling in het kader van een invoeg interim |
500,00 EUR/maand |
Tewerkstelling via een Activaplan |
500,00 EUR/maand |
Tewerkstelling via een Activaplan Stadswachten voor iemand die jonger is dan 45 jaar |
900,00 EUR/maand |
Tewerkstelling via een Activaplan Stadswachten voor iemand van 45 jaar of ouder |
1100,00 EUR/maand |
Tewerkstelling sinds 01/01/2004 in het kader van een sociale inschakelingsinitiatief (SINE) |
500,00 EUR/maand |
Combinatie van de vormen van activering van de maatschappelijke dienstverlening (SINE/Activaplan/ Doorstromingsprogramma) |
Hangt af van de combinatie |
Het bedrag van de toelage komt overeen met het gedeelte van het loon dat het OCMW een de hoofdbegunstigde moet betalen. Het andere gedeelte van het loon wordt betaald door de werkgever.
Er moet hier worden opgemerkt dat het loon dat de begunstigde heeft ontvangen voor zijn tewerkstelling wel degelijk beschouwd wordt als een inkomen.
Opmerking: vanaf 01/01/2017 werden deze drie maatregelen in Vlaanderen weerhouden.
44. Partnerschapovereenkomsten
Deze maatregel werd opgeheven op 01/01/2017 voor de Waalse OCMW ‘s, uitgezonderd die voor de 9 Duitstalige OCMW ’s.
Begunstigde / Partner
Het OCMW vermeldt maandbedrag.
Voor een individuele begeleiding van minstens 50 uren bedraagt de toelage van de Staat 250,00 EUR per overeenkomst. Voor een individuele begeleiding van minstens 100 uren bedraagt de toelage van de Staat 500,00 EUR per overeenkomst. Het gaat dus om een vast bedrag per overeenkomst en geen maandbedragen!
De afrekening mag niet worden opgesplitst in verschillende delen. Aan het einde van de begeleiding moet het totaalbedrag van 250,00 EUR of van 500,00 EUR worden gevraagd (in 1 keer).
45. Onderhoudsuitkering
Begunstigde / Partner
Het OCMW vermeldt maandbedrag.
Deze toelage bedraagt de helft van het bedrag van de betaalde onderhoudsuitkeringen, met een maximum van 91,67 EUR/maand (terugbetaling aan 100 %).
50. Totaalbedrag
Het OCMW vermeldt het totaalbedrag van de door de Staat gesubsidieerde steun toegekend aan de begunstigde.
52. Datum van inwerkingtreding tussenkomst ziekenfonds
Het OCMW vermeldt de startdatum van de periode waarvoor de begunstigde in orde is met het ziekenfonds.
Voor de medische en farmaceutische kosten verstrekt aan de begunstigde vanaf deze datum buiten een zorginstelling moet de begunstigde een tussenkomst ontvangen van het ziekenfonds.
Wanneer de begunstigde in orde is met het ziekenfonds op moment X met terugwerkende kracht op moment Y, vermeld het OCMW datum Y.
Wanneer, op moment X, het OCMW van de Staat reeds de terugbetaling heeft ontvangen van de medische of farmaceutische kosten verstrekt aan de begunstigde buiten een zorginstelling tussen moment Y en moment X moet het OCMW erop toezien dat het ziekenfonds tussenkomt, deze kosten terugvordert en de terugvordering aan de Staat doorgeeft via een formulier F.
92. Refentie
In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekenning van maximaal 12 karakters.
94. Vonnis or arrest
1 |
De steun werd toegekend krachtens een vonnis van de arbeidsrechtbank of een arrest van het arbeidshof. |
De rubrieken van formulier D2
Het OCMW vordert de hospitalisatiekosten en de farmaceutische kosten terug die werden verstrekt in een zorginstelling (buiten het systeem van MediPrima);
- Enkel de vormen van maatschappelijke dienstverlening die het OCMW vooraf bekend gemaakt heeft via een aanvaard formulier B2 kunnen geïnd worden. Wanneer formulier B2 niet werd aanvaard, kunnen de kosten waarvan de invordering gevraagd wordt via formulier D2 niet worden terugbetaald aan het OCMW. Formulier B2 moet eerst worden verbeterd.
- Wanneer een dagligprijs in rekening gebracht wordt, gaat het om een hospitalisatie. In de andere gevallen gaat het enkel om ambulante kosten.
- Formulier D2 kan enkel worden ingevuld voor de begunstigde waarop het formulier werkelijk betrekking heeft. Het gaat dus om de gehospitaliseerde begunstigde of die ambulante zorgen heeft ontvangen en waarvoor reeds een formulier B2 werd aanvaard. Voor een bijkomende begunstigde moet het suffix worden ingevuld.
- Een formulier D2 heeft enkel betrekking op slechts een begunstigde, een enkele kalendermaand en een enkel ziekenhuis of zorginstelling.
- Dit wil zeggen dat de kosten van meerdere hospitalisaties (en/of ambulante zorgen) in eenzelfde ziekenhuis (of zorginstelling) en in eenzelfde kalendermaand moeten worden teruggevorderd met behulp van een enkel formulier D2. Wanneer de hospitalisaties (en/of ambulante zorgen) plaatsvond in meerdere ziekenhuizen (of zorginstellingen) of in meerdere kalendermaanden moeten de kosten worden teruggevorderd met behulp van meerdere formulieren D2. Voor eenzelfde kalendermaand en een begunstigde kunnen er dus meerdere formulieren D2 zijn.
Wanneer jouw centrum voor een persoon de kosten van meerdere hospitalisaties / ambulante zorgen ten laste neemt verstrekt in een zorginstelling tijdens eenzelfde maand in verschillende ziekenhuizen, moeten dus meerdere formulieren D2 worden ingediend.
Wanneer jouw centrum voor een persoon de kosten van meerdere hospitalisaties / ambulante zorgen ten laste neemt verstrekt in een zorginstelling tijdens eenzelfde maand in hetzelfde ziekenhuis, moet dus een enkel formulier D2 worden ingediend.
Wanneer jouw centrum voor een persoon de kosten van meerdere hospitalisaties / ambulante zorgen ten laste neemt verstrekt in een zorginstelling tijdens meerder maanden in verschillende ziekenhuizen of in hetzelfde ziekenhuis, moeten dus meerdere formulieren D2 worden ingediend.
De datum van inwerkingtreding is steeds de startdatum van de hospitalisatie / van de ambulante zorgen verstrekt in een zorginstelling. Het versturen van twee formulieren D2 met dezelfde datum van inwerkingtreding heeft tot gevolg dat het tweede formulier D2 het eerste opheft: dit wil dus zeggen dat het bedrag vermeld op het eerste formulier D2 niet zal worden terugbetaald; enkel het bedrag van het tweede formulier D2 zal worden terugbetaald. In het uitzonderlijke geval dat deze zorgen op dezelfde dag verstrekt worden in verschillende zorginstellingen mogen de kosten teruggevorderd worden via een enkel formulier D2. In dat geval moet een enkel RIZIV-nummer ingevuld worden in rubriek 21 (zie verder), maar alle facturen (= facturen van de verschillende zorginstellingen!) moeten vermeld worden. De bewijsstukken moeten dus ook samen bewaard worden; bij een eventuele controle moeten zijn allemaal kunnen worden voorgelegd.
In geval van correctie:
- Het OCMW stuurt een nieuw formulier D2, volledig ingevuld, met de juiste gegevens, dezelfde toekenningsdatum van de steun en hetzelfde dossiernummer als in het te verbeteren formulier D2. Het nieuw ingevoerde formulier zal het andere overschrijven
- Het nieuwe formulier D2 moet volledig worden ingevuld: de gegevens die niet verbeterd moeten worden zullen opnieuw moeten vermeld worden.
De datum van inwerkingtreding van een formulier D2 (= start van de hospitalisatie of van de ambulante zorgen) moet niet worden verbeterd. Een andere datum van inwerkingtreding betekent dat het om verbeterend formulier D2 gaat.
Opmerking
- Een formulier D2 heeft steeds betrekking op een enkele kalendermaand. Het gaat om de maand van de hospitalisatie of van de medische en farmaceutische zorgen. Wanneer een hospitalisatie zich uitstrekt over meerdere maanden moet het OCMW de factuur niet opsplitsen. Het volstaat dat de op formulier D2 vermelde bedrag de maand is waarop de hospitalisatie gestart is.
- Volgens artikel 12 van de wet van 2 april 1965 zijn, met uitzondering van de in artikel 9ter voorziene kosten, de terugvorderbare kosten betaalbaar tegen overlegging van een staat van verschotten die, naargelang van het geval, wordt gestuurd aan de Minister tot wiens bevoegdheid de openbare onderstand behoort, aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het onderstandsdomicilie of aan het bij artikel 2 bedoeld bevoegd openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
- Op straffe van verval moet die staat bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs verzonden worden binnen twaalf maanden, te rekenen van het einde van het kwartaal tijdens hetwelk de verschotten werden gedaan".
Bij hospitalisatie moet gerekend worden vanaf de hospitalisatieperiode en niet vanaf de datum waarop het OCMW de factuur ontvangt of betaalt. Voor de ambulante zorgen gaat het om de datum waarop de zorgen verstrekt worden die in aanmerking wordt genomen.
2. KBO nummer
Het nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
3. Dossiernummer
Het gaat om het dossiernummer van de hoofdbegunstigde, zoals dat door het OCMW werd meegedeeld via formulier A.
Wanneer de persoon waarop de zorgen betrekking hebben, niet de hoofdbegunstigde is van het dossier moet zijn suffix worden toegevoegd.
Suffix
Het suffix moet bestaan: er moet een formulier A verstuurd zijn en dat moet geldig zijn voor de periode waarop formulier D2 betrekking heeft.
4. Startdatum van de hospitalisatie / van e ambulante zorgen
De ambulante kosten mogen enkel worden gedekt met formulier D2 van de maand waarin de zorg effectief werden verstrekt aan de begunstigde.
De datum van inwerkingtreding is steeds de startdatum van de hospitalisatie / van de ambulante zorgen verstrekt in een zorginstelling.
21.a. RIZIV - nummer = verplicht
Het OCMW vermeldt het RIZIV-nummer van het ziekenhuis waar de hospitalisatie en/of de ambulante zorg heeft plaatsgevonden.
21.b. KBO = facultatief
Het OCMW vermeldt het KBO-nummer van het ziekenhuis waar de hospitalisatie en/of de ambulante zorg heeft plaatsgevonden.
41. Hospitalisatiekosten
Bedrag
Voor elke hospitalisatiefactuur vermeldt het OCMW het bedrag van de hospitalisatiekosten die ten laste werden genomen door het OCMW, voor zover zij teruggevorderd kunnen worden bij de Staat (u kunt het document "Informatiedocument over de medische bewijsstukken voor de OCMW's" raadplegen in dit hoofdstuk van Primabook.)
De terugbetalingslimieten van artikel 11 § 1 van de wet van 2 april 1965 zijn van toepassing.
Voor elke hospitalisatiefactuur die het OCMW indient, moet het bedrag worden ingevoerd in een apart vakje. Als er meer dan vijf facturen zijn, vermeldt het OCMW de gevraagde bedragen in de eerste vijf vakjes. In het vakje 'Rest" vermeldt het OCMW de som van de andere facturen.
Jaar
Voor elk bedrag vermeldt het OCMW het jaar waarin de factuur werd opgesteld door het ziekenhuis.
Factuurnummer
Voor elk bedrag vermeldt het OCMW het factuurnummer waarop het bedrag in kwestie voorkomt.
Een factuur wordt gekenmerkt door het RIZIV-nummer van het ziekenhuis, het factuurnummer en het jaar waarin de factuur werd opgesteld door het ziekenhuis. Deze combinatie is uniek: twee verschillende facturen kunnen nooit EN van hetzelfde ziekenhuis komen EN hetzelfde factuurnummer hebben EN betrekking hebben op hetzelfde jaar.
42. Ambulante zorgen verstrekt in een zorginstelling
Ambulante kosten
Het OCMW vermeldt het totaalbedrag van de kosten voor ambulante zorgen verstrekt aan de begunstigde in eenzelfde instelling gedurende een kalendermaand, voor zover dit kan worden geïnd door de Staat (u kunt het document "Informatiedocument over de medische bewijsstukken voor de OCMW's" raadplegen in dit hoofdstuk van Primabook.)
De terugbetalingslimieten van artikel 11 § 1 van de wet van 2 april 1965 zijn van toepassing.
50. Totaalbedrag
Het OCMW vermeldt dus de som van alle bedragen van de hospitalisatiekosten en van de ambulante kosten waarvoor de terugbetaling wordt gevraagd
52. Datum van inwerkingtreding tussenkomst van het ziekenfonds
Het OCMW vermeldt de startdatum van de periode waarvoor de begunstigde in orde is met het ziekenfonds.
92. Referentie
In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekenning van maximaal 12 karakters.
94. Vonnis of arrest
1 |
de steun werd toegekend krachtens een vonnis van de arbeidsrechtbank of een arrest van het arbeidshof. |
De rubrieken van formulier F
Op dit formulier vermeldt het OCMW de terugvordering bij de begunstigde of bij een andere instantie van de kosten van de maatschappelijke dienstverlening of van de hospitalisatiekosten en van de ambulante kosten verstrekt in een zorginstelling.
- Het formulier wordt ingevuld voor de begunstigde die een tussenkomst heeft genoten van de Staat via een formulier D1 of D2.
- In het kader van een terugvordering vermeldt het OCMW het gedeelte van het teruggevorderde bedrag dat overeenkomt met de tussenkomst van de Staat. Het houdt geen rekening met het percentage dat wordt toegepast door de Staat bij het bedrag van de steun.
- Een formulier F heeft betrekking op de periode waarvoor de teruggevorderde steun werd toegekend.
Wanneer de terugvordering betrekking heeft op meerdere maanden (van een kalenderjaar) vult het OCMW slechts een formulier F in voor geheel deze periode.
Wanneer de terugvordering betrekking heeft op meerdere maanden van meerdere kalenderjaren vult het OCMW een formulier in per kalenderjaar.
Bij meerdere opeenvolgende terugvorderingen voor dezelfde maanden vult het OCMW verschillende formulieren F in, en geeft telkens de periode weer waarop de terugvordering betrekking heeft.
- In de rubriek "volgnummer/maand" vermeldt het OCMW de maand waarin de terugvordering van het bedrag werd geboekt. Het volgnummer wordt gebruikt om een onderscheid te maken tussen de verschillende opeenvolgende formulieren F die betrekking hebben op dezelfde begunstigde.
- Een formulier F kan enkel betrekking hebben op een enkele 'soort dekking (ofwel D1 ofwel D2).
- Om formulier F te verbeteren, moet het OCMW alle oorspronkelijke gegevens overnemen. Het nieuw ingediende formulier zal het vorige overschrijven
Het nieuwe formulier F moet volledig worden ingevuld: de gegevens die niet verbeterd moeten worden zullen opnieuw moeten vermeld worden.
- Het volgnummer/maand van een formulier F kan niet worden verbeterd. Een andere datum van inwerkingtreding betekent dat het om nieuw formulier F gaat.
Opmerking
- Het OCMW vult formulier F in wanneer het een invordering heeft uitgevoerd.
- Bij een overlapping (toelage geëist voor dezelfde periode door 2 OCMW’ s) moet het OCMW dat geen aanspraak kan maken op de toelage een correctie versturen in de vorm van een formulier D1 of D2 dat gelijk is aan nul.
2. KBO nummer
Het nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
3. Dossiernummer
Het gaat om het dossiernummer van de hoofdbegunstigde, zoals dat door het OCMW werd meegedeeld via formulier A.
Wanneer de persoon waarop de inning betrekking heeft, niet de hoofdbegunstigde is van het dossier moet zijn suffix worden toegevoegd.
Suffix
Dit suffix moet gelijk zijn aan hetgeen werd toegekend door het OCMW aan deze persoon via formulier A.
4. Volgnummer / maand
Het OCMW vermeldt de maand of het bedrag waarin het teruggevorderde bedrag werd geboekt.
Het opeenvolgende nummer geeft de rang aan van formulier F voor deze maand en voor dit dossier. Het hele veld (volgnummer/maand) wordt behandeld als een eenvoudige datum.
72. Soort invordering
De volgende codes zijn mogelijk:
01 |
Steun aan Belgen die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister en hospitalisatiekosten in het algemeen |
02 |
Steun aan buitenlandse behoeftigen die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister en die het recht hebben om in het land te verblijven (100% toelage van de Staat) |
03 |
Steun aan Belgen die indien nodig gerepatrieerd worden door de regering |
04 |
Plaatsings- en verblijfskosten van minderjarigen van onbekende vader of moeder of met de Belgische nationaliteit die achtergelaten werden bij de geboorte en waarvan de moeder niet was ingeschreven in het bevolkingsregister |
06 |
Steun aan asielzoekers en aan personen bedoeld bij artikel 54, § 1, 1ste lid, 5°, van de wet op de vreemdelingen (wet van 15 december 1980), die werden toegewezen aan het OCMW, maar die niet in de gemeente van dit OCMW verblijven en aan wie het OCMW geen huisvesting heeft aangeboden (50% toelage van de Staat) |
07 |
Tewerkstellingskosten in het kader van een doorstromingsprogramma, van een sociale-inschakelingsinitiatief, van een invoeginterim of van een Activaplan van de buitenlandse behoeftigen ingeschreven in het vreemdelingenregister (100% toelage van de Staat) |
08 |
Tewerkstellingskosten in het kader van artikel 60, §7 van de organieke wet van 8 juli 1976 van de buitenlandse behoeftigen ingeschreven in het vreemdelingenregister (100% toelage van de Staat) |
09 |
Tewerkstellingskosten in het kader van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 van de buitenlandse behoeftigen ingeschreven in het vreemdelingenregister (100% toelage van de Staat) |
10 |
Financiële steun als aanvulling op de tewerkstelling in het kader van een doorstromingsprogramma, van een sociale-inschakelingsinitiatief, van een invoeg interim of van een Activaplan van de buitenlandse behoeftigen ingeschreven in het vreemdelingenregister (100% toelage van de Staat) |
13 |
Toelage in het kader van een partnerschapsovereenkomst |
15 |
Artikel 60 deeltijds vanaf 01/01/2017 (nieuw voor Vlaanderen) |
16 |
Artikel 60 voltijds vanaf 01/01/2017 (nieuw voor Vlaanderen) |
17 |
Sociaal economie initiatief vanaf 01/01/2017 (nieuw voor Vlaanderen) |
73. Teruggevorderd bedrag (100%)
Het gaat dus niet noodzakelijk om het werkelijke totaal van de invordering, maar enkel om het gedeelte waarop de gegevens van formulier F betrekking hebben.
Het OCMW vermeldt 100% van het bedrag.
74. Start periode
Deze datum is die van het begin van de periode waarvoor de steun werd toegekend. Wanneer het gaat om een hospitalisatie is het de begindatum van de hospitalisatie.
75. Einde periode
Deze datum is die van het einde van de periode waarvoor de steun werd toegekend. Wanneer het gaat om een hospitalisatie is het de einddatum van de hospitalisatie.
Opgelet: de begin- en einddatum moeten zich in hetzelfde kalenderjaar bevinden. Wanneer de terugvordering betrekking heeft om 2 verschillende kalenderjaren, moeten 2 formulieren F worden verstuurd.
92. Referentie
In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekennen van maximaal 12 karakters.