Specifieke hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen of van bijdragen voor geplaatste kinderen

1.Algemeen

In artikel 68quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976 is voorzien dat het OCMW instaat voor een bijzondere vorm van financiële hulpverlening, namelijk de specifieke hulp voor personen die een onderhoudsgeld moeten betalen ten gunste van kinderen.

Deze kan toegekend worden in volgende gevallen:

  • de betrokkene betaalt onderhoudsgeld ten gunste van zijn kind(eren)
  • de betrokkene betaalt een bijdrage voor zijn geplaatst(e) kind(eren)

2.Voorwaarden

Om aanspraak te kunnen maken op deze specifieke hulp moet de betrokkene volgende voorwaarden tegelijk vervullen:

  1. De betrokkene heeft recht op een leefloon of op een gelijkwaardige financiële maatschappelijke hulpverlening (equivalent leefloon).

  Wat indien de persoon geen volledig leefloon geniet?

  Dit heeft geen belang. Hij heeft recht op de volledige specifieke hulp wanneer hij het bewijs van de betaling van het onderhoudsgeld voor de betrokken maand voorlegt.

De specifieke hulp wordt volledig betaald. Er hoeft geen pro rata op het leefloon toegepast te worden ten opzichte van de dagen of het bedrag dat de persoon ontvangt.

Wat indien de persoon een artikel 60 geniet?

De persoon heeft geen recht op de specifieke hulp, tenzij een aanvullend leefloon toegekend wordt.

Wat in het geval van een koppel?

Voorbeeld:

Mijnheer heeft een kind voor wie hij onderhoudsgeld betaalt. Hij woont samen met iemand die niet de moeder van het kind is en die zelf kinderen heeft. Zij genieten een leefloon categorie 3. Zelfs indien het OCMW het leefloon op naam van mevrouw invoert in de gegevensbank, is mijnheer leefloongerechtigd. Hij kan dus aanspraak maken op specifieke hulp.

  • Wat indien het recht op leefloon met terugwerkende kracht wegvalt (en bijgevolg teruggevorderd wordt) ?

In dat geval vervalt het recht op specifieke hulp voor het betalen van onderhoudsgelden eveneens met terugwerkende kracht (en wordt de specifieke hulp teruggevorderd). De voorwaarde dat betrokkene moet gerechtigd zijn op een leefloon is namelijk niet meer vervuld. Dezelfde redenering geldt bij de terugvordering van een gelijkwaardige financiële maatschappelijke hulp.

  2. De betrokkene bevindt zich in één van de volgende situaties:

  • Hij is onderhoudsplichtig op basis van een gerechtelijke beslissing
  • Hij is onderhoudsplichtig op basis van een overeenkomst in het kader van een echtscheiding onderlinge toestemming
  • Hij is onderhoudsplichtig in het kader van een beslissing van de rechter bij een oproep in verzoening
  • Hij is onderhoudsplichtig op basis van het feit dat hij de vermoedelijke vader is die onderhoudsplichtig is op grond van artikel 336 van het Burgerlijk Wetboek.
  • Hij betaalt een bijdrage voor een geplaatst kind op basis van een beslissing van de Jeugdrechtbank of de bevoegde administratieve overheid
  • Hij is onderhoudsplichtig als gevolg van het afsluiten van een bemiddelingsakkoord dat onder de wet van 21 februari 2005 valt.

 

   3. De betrokkene levert het bewijs van de betaling van het onderhoudsgeld of de bijdrage bij plaatsing.

Om gerechtigd te zijn moet de betrokkene het bewijs leveren dat de huidige betalingen volledig gebeuren.

Moet de betaling vrijwillig gebeuren?

Neen, niet noodzakelijk, maar het onderhoudsgeld moet volledig betaald worden.

Het gegeven dat er mogelijk nog onbetaalde schulden uit het verleden bestaan heeft met andere woorden geen invloed op het recht.

Wat indien de persoon achterstallig onderhoudsgeld heeft?

De persoon heeft slechts recht op de specifieke hulp indien het onderhoudsgeld thans betaald wordt.

   4. Het kind hoeft niet in België te verblijven.

Dit is een gevolg van het arrest nr. 123/2006 van het Grondwettelijk Hof.

 

3.Bedrag en wijze van betaling

  • Het bedrag van de specifieke hulp bedraagt 50 % van het betaalde onderhoudsgeld of bijdrage met een maximum van € 91,67 per maand ( € 1.100 per jaar).

 

  • De betaling gebeurt op een vaste datum of dag; via een postassignatie, een circulaire cheque of een overschrijving.

     

  • Het bedrag van de specifieke hulp wordt niet berekend per kind, het gaat om het totaalbedrag van het betaalde onderhoudsgeld of betaalde bijdragen indien het gaat om meerdere kinderen.

     

4.Procedure

  • De aanvraag gebeurt mondeling of schriftelijk door de betrokkene of de persoon die hij hiertoe schriftelijk heeft aangewezen tegen ontvangstbewijs.
  • De betrokkene moet volgende gegevens aan het OCMW verstrekken :
  • De identiteit en de verblijfplaats van de kinderen waarvoor hij onderhoudsgeld of een bijdrage betaalt.
  • Een afschrift dat bewijst dat hij onderhoudsplichtig is of dat er een bijdrage verschuldigd is door plaatsing.
  • Het bewijs van de volledige betaling van het verschuldigde onderhoudsgeld of van de bijdrage.
  • Indien het OCMW een aanvraag ontvangt waarvoor het niet bevoegd is, zendt het deze aanvraag door naar het volgens hen bevoegde centrum. De doorzendplicht is dus ook hier van toepassing.
  • De beslissing inzake de specifieke hulp wordt binnen de acht dagen schriftelijk en aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan betrokkene meegedeeld.

 

5. Staatstoelage

De Staat kent het bevoegde OCMW een toelage toe die gelijk is aan 100 % van het bedrag van de specifieke hulp voor het betalen van onderhoudsgeld ten gunste van kinderen.