De sancties

1.ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Mogelijke gevallen:

1.1.Betrokkene verzuimt bestaansmiddelen aan te geven en/of legt onjuiste of onvolledige verklaringen af die het bedrag van het leefloon beïnvloeden.

a. Verzuim en/of foutieve verklaring

  • Het verzuim te goeder trouw kan geen aanleiding geven tot een sanctie, dat wil zeggen indien betrokkene die bijzonderheid niet kon kennen.
  • Het verzuim en/of de foutieve verklaringen moeten een invloed hebben op het bedrag van het leefloon dat toegekend wordt. Het verzwijgen van niet-relevante gegevens kan geen aanleiding geven tot een sanctie.

 

b. Sanctie

  • Het OCMW kan beslissen over de sanctie. Deze kan bestaan uit de gehele of gedeeltelijke schorsing van de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste 6 maanden, of in geval van bedrieglijk opzet 12 maanden.
  • Bij herhaling binnen de 3 jaar vanaf de dag dat de sanctie definitief is geworden, wordt de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk geschorst voor een periode van ten hoogste 12 maanden, of in geval van bedrieglijk opzet 24 maanden.

c. Uitstel

In zijn arrest nr. 148/2010 van 16 december 2010 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat het verschil in behandeling, wat het voordeel van een maatregel van uitstel betreft, tussen de sociale-uitkeringsgerechtigde die strafrechtelijk wordt vervolgd en diegene die voor de arbeidsrechtbank beroep instelt tegen een schorsing van de betaling van het leefloon, niet redelijk is verantwoord. Volgens het Hof vloeit dit verschil in behandeling voort uit de ontstentenis van een wetsbepaling die het de sociale-uitkeringsgerechtigden die het voorwerp hebben uitgemaakt van een maatregel tot schorsing van hun recht op het leefloon, mogelijk maakt een maatregel van uitstel te genieten.

Om in regel te zijn met dit arrest, werd de wet aangepast zodat de administratieve sanctie geheel of gedeeltelijk kan worden uitgesteld.

d. Verjaring

  • De sanctie moet worden uitgesproken binnen de 2 jaar sedert de dag waarop het verzuim of de onjuiste verklaringen werden begaan.
  • Nadat de sanctie definitief is geworden, heeft het OCMW nog 2 jaar de tijd om de sanctie uit te voeren.

 

Een voorbeeld

In september komt het OCMW te weten dat betrokkene op 15 mei 2015 bij de intake verzwegen heeft dat hij een maandelijks persoonlijk onderhoudsgeld ontvangt van € 200.

Het OCMW kan tot 15/05/2017 een beslissing tot sanctie nemen.

Het OCMW beslist op 1/03/2017 dat betrokkene een sanctie krijgt.

Betrokkene gaat niet in beroep en de sanctie wordt definitief op 1/06/2017.

Het OCMW moet de sanctie uitvoeren voor 1/06/2019.

 

e. Beroep

De betrokkene kan bij de arbeidsrechtbank in beroep gaan tegen de beslissing tot sanctie binnen de 3 maanden na de kennisgeving van de beslissing.

 

f. Rechtspleging

De regels van de rechtspleging, zoals bepaald voor het nemen van de beslissingen van het OCMW inzake het recht op maatschappelijke integratie in de vorm van leefloon, tewerkstelling of geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, zijn van toepassing op de beslissing tot terugvordering.

Dat betekent in het bijzonder:

  • De betrokkene heeft voorafgaandelijk hoorrecht indien hij erom verzoekt;
  • De beslissing moet schriftelijk gebeuren;
  • De beslissing moet voldoende gemotiveerd zijn;
  • De beslissing moet een aantal verplichte items bevatten, zonder dewelke de beroepstermijn niet ingaat, met name :

-de mogelijkheid om bij de bevoegde rechtbank een beroep in te stellen;

- het adres van de bevoegde rechtbank;

- de termijn om een beroep in te stellen en de wijze waarop;

- de inhoud van de art. 728 en 1017 van het  Gerechtelijk Wetboek (vertegenwoordiging en beroepsprocedure die gratis is);

- de refertes van het dossier en van de dienst en de maatschappelijk werker die het dossier beheert;

- de mogelijkheid om opheldering te verkrijgen omtrent de beslissing bij de dienst die het dossier beheert;

- het feit dat het instellen van een beroep bij de arbeidsrechtbank de uitvoering van de beslissing niet schorst; 

De beslissing moet betekend worden binnen de acht dagen bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs.

g. Continuïteit van de sanctie in geval van wijziging van het bevoegd OCMW

Indien het territoriaal bevoegde OCMW wijzigt tijdens de duur van de sanctie, kan deze sanctie verder uitgevoerd worden door het centrum dat naderhand bevoegd wordt en dit zolang de sanctie van toepassing is.

 

1.2. Betrokkene leeft na aanmaning de afspraken in het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie zonder wettige redenen niet na.

a. Ingebrekestelling

Vooraleer kan beslist worden over de sanctie moet de betrokkene eerst een aanmaning gekregen hebben en moet het advies ingewonnen worden van de maatschappelijk werker die belast is met het dossier.

b. Sanctie

De sanctie bestaat uit de gehele of gedeeltelijke schorsing van de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste 1 maand.

Bij herhaling binnen het jaar kan de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk geschorst worden voor een periode van ten hoogste 3 maanden.

De sanctie gaat in ten vroegste op de dag volgend op de kennisgeving van de beslissing van het centrum aan de betrokkene en ten laatste op de eerste dag van de derde maand volgend op de beslissing van het centrum.

 

c. Uitstel

In zijn arrest nr. 148/2010 van 16 december 2010 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat het verschil in behandeling, wat het voordeel van een maatregel van uitstel betreft, tussen de sociale-uitkeringsgerechtigde die strafrechtelijk wordt vervolgd en diegene die voor de arbeidsrechtbank beroep instelt tegen een schorsing van de betaling van het leefloon, niet redelijk is verantwoord. Volgens het Hof vloeit dit verschil in behandeling voort uit de ontstentenis van een wetsbepaling die het de sociale-uitkeringsgerechtigden die het voorwerp hebben uitgemaakt van een maatregel tot schorsing van hun recht op het leefloon, mogelijk maakt een maatregel van uitstel te genieten.

Om in regel te zijn met dit arrest, werd de wet aangepast zodat de administratieve sanctie geheel of gedeeltelijk kan worden uitgesteld.

Wanneer er een sanctie in het kader van het niet-naleven van het GPMI wordt opgelegd en wanneer deze wordt uitgesteld, en indien de voorwaarden verbonden aan het uitstel geschonden worden binnen de periode waarvoor het uitstel werd toegekend, dan begint de uitvoering van de sanctie ten laatste op de eerste dag van de zesde maand volgend op de beslissing van het OCMW waarin het uitstel werd toegekend.

d. beroep

De betrokkene kan bij de arbeidsrechtbank in beroep gaan tegen de beslissing tot sanctie binnen de 3 maanden na de kennisgeving van de beslissing.

e. rechtspleging

De regels van de rechtspleging, zoals bepaald voor het nemen van de beslissingen van het OCMW inzake het recht op maatschappelijke integratie in de vorm van leefloon, tewerkstelling of geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, zijn van toepassing op de beslissing tot sanctie.

Dat betekent in het bijzonder:

  • De betrokkene heeft voorafgaandelijk hoorrecht indien hij erom verzoekt;
  • De beslissing moet schriftelijk gebeuren;
  • De beslissing moet voldoende gemotiveerd zijn;
  • De beslissing moet een aantal verplichte items bevatten, zonder dewelke de beroepstermijn niet ingaat, met name :  

- de mogelijkheid om bij de bevoegde rechtbank een beroep in te stellen;

- het adres van de bevoegde rechtbank;

- de termijn om een beroep in te stellen en de wijze waarop;

- de inhoud van de art. 728 en 1017 van het Gerechtelijk Wetboek (vertegenwoordiging en beroepsprocedure die gratis is);

- de refertes van het dossier en van de dienst en de maatschappelijk werker die het dossier beheert;

- de mogelijkheid om opheldering te verkrijgen omtrent de beslissing bij de dienst die het dossier beheert;

- het feit dat het instellen van een beroep bij de arbeidsrechtbank de uitvoering van de beslissing niet schorst. 

De beslissing moet betekend worden binnen de acht dagen bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs.

f. Continuïteit van de sanctie in geval van wijziging van het bevoegde OCMW

Indien het territoriaal bevoegde OCMW wijzigt tijdens de duur van de sanctie, kan deze sanctie verder uitgevoerd worden door het centrum dat naderhand bevoegd wordt en dit zolang de sanctie van toepassing is.

2. STRAFRECHTELIJKE SANCTIES

2.1.Sancties

Sinds 1 juli 2011 worden de inbreuken op de bepalingen van de wet van 26 mei 2002 en van de uitvoeringsbesluiten ervan opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.

Hoofdstuk 10 van Boek 2 van het Sociaal Strafwetboek gaat over de inbreuken van valsheid, het gebruik van valse stukken, van onjuiste of onvolledige verklaringen en van oplichting in het sociaal strafrecht.

  • Onder "sociaal voordeel" wordt verstaan: een subsidie, een vergoeding, een uitkering of iedere andere financiële tegemoetkoming die verleend of toegekend wordt op grond van de wetten en besluiten betreffende één van de aangelegenheden die vallen onder de bevoegdheid van de arbeidsgerechten; het recht op maatschappelijke integratie is dus wel degelijk betrokken.
  • Volgende personen worden bestraft met hetzij een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6000 euro of uit een van die straffen alleen, hetzij een administratieve geldboete van 300 tot 3000 euro:
    • eenieder die, met het oogmerk ofwel ten onrechte een sociaal voordeel te bekomen of te doen bekomen, te behouden of te doen behouden:

      1° a) valsheid in geschrifte heeft gepleegd, hetzij door valse handtekeningen, hetzij door namaking of vervalsing van geschriften of handtekeningen, hetzij door overeenkomsten, beschikkingen, verbintenissen of schuldbevrijdingen valselijk op te maken of in een akte in te voegen, hetzij door toevoeging of vervalsing van bedingen, verklaringen of feiten die deze akte ten doel had op te nemen of vast te stellen;

        b) zich bediend heeft van een valse akte of een vals stuk;

      2° a) valsheid heeft gepleegd, door gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in te brengen in een informaticasysteem, te wijzigen of te wissen, of met enig ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van dergelijke gegevens verandert;

        b) gebruik heeft gemaakt van die gegevens, terwijl hij weet dat de aldus verkregen gegevens vals zijn..

       

    • eenieder die wetens en willens:

      1° een onjuiste of onvolledige verklaring heeft afgelegd om ten onrechte een sociaal voordeel te bekomen of te doen bekomen, te behouden of te doen behouden;

      2° heeft nagelaten of geweigerd om een verplichte verklaring af te leggen of de inlichtingen te verstrekken;

      3° een sociaal voordeel heeft bekomen waarop hij geen of slechts gedeeltelijk recht heeft ingevolge een onjuiste of onvolledige verklaring, het nalaten of het weigeren van het afleggen van een verklaring of van het verstrekken van inlichtingen die hij gehouden is te verstrekken om ten onrechte een sociaal voordeel te bekomen of te doen bekomen, te behouden of te doen behouden.

       

    • eenieder die, met het oogmerk ofwel ten onrechte een sociaal voordeel te bekomen of te doen bekomen, te behouden of te doen behouden, gebruik heeft gemaakt van valse namen, valse hoedanigheden of valse adressen, of enige andere frauduleuze handeling aangewend heeft om te doen geloven aan het bestaan van een valse persoon, een valse onderneming, een fictief ongeval of enige andere fictieve gebeurtenis of om op andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen.

 

  • Wordt bestraft met hetzij een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1000 euro, hetzij een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro, eenieder die wetens en willens nagelaten heeft te verklaren dat hij niet langer recht heeft op een sociaal voordeel, zelfs indien dit slechts gedeeltelijk is, om ten onrechte een sociaal voordeel te behouden.

     

  • De hierboven bedoelde sancties worden toegepast met uitsluiting van de toepassing van artikelen 196, 197, 210bis en 496 van het Strafwetboek en van de bepalingen van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen.

 

2.2. Bevoegdheid van de arbeidsauditeur

De gerechtigde die het leefloon met bedrieglijk opzet ten onrechte heeft ontvangen, kan strafrechtelijk worden vervolgd voor de correctionele rechtbank.

Op basis van artikel 155 van het Gerechtelijk Wetboek zijn de arbeidsauditeurs hiervoor bevoegd.

Het is aldus de bedoeling van de wetgever om de strafrechtelijke vorderingen op sociaal gebied bij de arbeidsauditeur te lokaliseren. Dit bevordert de samenhang van gerechtelijke procedures bij de arbeidsauditeur die vroeger reeds kennis nam van de geschillen betreffende de toekenning, de herziening, de weigering en de terugbetaling door de gerechtigde van de maatschappelijke integratie alsmede de toepassing van de administratieve sancties bepaald in deze wetgeving .

Het is logischer dat het openbaar ministerie dat op sociaal gebied gespecialiseerd is zowel het burgerlijk luik als het strafrechtelijk luik kan onderzoeken.