Formulier B1

De rubrieken van formulier B1

Het OCMW vermeldt dat het de beslissing heeft genomen om steun toe te kennen aan de op formulier A aangehaalde begunstigden.

Formulier B1 zal steeds ingevuld worden met de referenties van de hoofdbegunstigde, zelfs wanneer de steun bestemd is voor de bijkomende begunstigden.Het OCMW vult formulier B1 volledig in en vermeldt er de vormen van steun die het OCMW beslist heeft om toe te kennen.

Indien er geen duur wordt vermeld op formulier B1 wordt de duur beschouwd als gelijk aan een jaar. Er moet worden opgemerkt dat een wijzing van statuut tot gevolg heeft dat de duur van het lopende formulier B1 automatisch ingekort wordt.

Wanneer de begunstigde van statuut wijzigt, moet het OCMW altijd een nieuw formulier B1 bezorgen met dezelfde datum van inwerkingtreding dan die van formulier A waarmee het OCMW de wijziging van statuut heeft meegedeeld.

De datum van inwerkingtreding van formulier B1 kan onmogelijk worden verbeterd. Een andere datum van inwerkingtreding betekent dat het om een nieuw formulier B1 gaat. *Formulier B1 moet binnen de 45 dagen na het toekennen van de steun worden ingediend (art. 9 wet van 2/4/65)

 

Terugbetalingsmogelijkheden per statuut:

 

STATUUT

A

B

C

E

F

G

H

I

K

M

Financiële hulp°

 

*

 

 

 

 

 

*

*

 

Kinderbijslag

 

*

 

 

 

 

 

*

 

 

Ziekenfonds ( aanvullend)

*

*

 

 

*

 

 

*

 

 

Medische/farmaceutische kosten

*

*

*

*

*

 

 

*

*

 

Repatriëringskosten

*

 

 

*

 

 

 

*

 

 

Geboortepremie

 

*

 

 

 

 

 

*

 

 

Regularisatie ziekenfonds

*

*

 

 

*

 

 

*

 

 

Plaatsings- of verblijfskosten

 

 

 

 

 

*

 

 

 

 

Huisvestingskosten

 

*

 

 

*

 

 

 

 

 

Art. 60, §7

 

 

 

 

 

 

 

*

 

 

Art. 61

 

 

 

 

 

 

 

*

 

 

Activering maatschappelijke dienstverlening

 

 

 

 

 

 

 

*

 

 

Partnerschapsovereenkomst

 

 

 

 

 

 

 

*

 

 

Onderhoudsuitkering

 

*

 

 

 

 

 

*

*

 

Hospitalisatiekosten

*

*

*

*

*

 

*

*

*

 

Ambulante zorgen (zorginstelling)

*

*

*

*

*

 

*

*

*

 

° Een minderjarige die door de dienst ‘Voogdij’ van de FOD Justitie is geïdentificeerd als niet-begeleide minderjarige vreemdeling, kan een recht op maatschappelijke dienstverlening openen indien deze minderjarige zich in een staat van behoeftigheid bevindt. Indien deze minderjarige geniet van materiële hulp van Fedasil of een andere instelling, bevindt hij zich niet in een behoeftige staat.

  • Het KBO-nummer is een nummer van de gemeente toegekend door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS).
  • Het gaat om het dossiernummer van de hoofdbegunstigde, zoals dat door het OCMW werd meegedeeld via formulier A.
  •   De datum van inwerkingtreding is de datum vanaf wanneer de steun wordt toegekend door het OCMW.

1

Het OCMW heeft beslist om financiële steun toe te kennen aan de begunstigden

1

Het OCMW heeft beslist om het equivalent van de gewaarborgde kinderbijslag toe te kennen

 

  • Het betreffende bedrag van de gewaarborgde kinderbijslag is gelijk aan het maximum van de basiskinderbijslag + sociale verhoging + de leeftijdssupplementen vastgelegd door de wet van 20 juli 1971 tot invoering van gewaarborgde gezinsbijslag.
  • Tijdens de eerste vijf jaar, kan de Staat de gewaarborgde kinderbijslag ten laste nemen (residuair recht). Na deze termijn moet FAMIFED in principe de uitkeringen en de leeftijdssupplementen betalen. Het OCMW moet toezien op de uitvoering van dit recht.
  • De terugvordering van het equivalent van de gewaarborgde kinderbijslag kan starten de maand die volgt op die van de geboorte en de terugvordering van de leeftijdssupplementen kan starten de maand die volgt op die van de verjaardag.

    Het equivalent van de gewaarborgde kinderbijslag is enkel verschuldigd voor de minderjarige kinderen ten laste.

  • Het supplement van de jaarlijkse leeftijdsbijslag (vroeger schoolpremie genoemd) wordt door de POD ten laste genomen samen met de gewaarborgde kinderbijslag. Het bedrag is bij te voegen bij de kostenstaat van september van het lopende jaar (formulier D1).

1

Het OCMW heeft beslist om het equivalent van de aanvullende bijdrage toe te kennen aan het ziekenfonds

1

Het OCMW heeft beslist om de kosten van medische en farmaceutische zorgen ten laste te nemen die niet werden verstrekt aan de begunstigde in een zorginstelling

 

1

Het OCMW heeft beslist om de repatriëringskosten van de begunstigden ten laste te nemen

 

  • De tenlasteneming van deze kosten wordt geregeld door artikel 8 van de wet van 2 april 1965. Het gaat hier enkel om de kosten van de behoeftige vreemdelingen die vrijwillig het land willen verlaten en geen aanspraak kunnen maken op het vrijwillige terugkeerprogramma van de Internationale Migratie-organisatie.
  • Het OCMW moet vooraf de toestemming vragen van de POD Maatschappelijke Integratie. Hiervoor stuurt het OCMW een gemotiveerd sociaal verslag en een financiële raming.

1

Het OCMW heeft beslist om het equivalent van het kraamgeld toe te kennen

Voor elk kind waarvoor een aanvraag tot terugbetaling werd gedaan, moet formulier A worden aangepast met de vermelding van de secundaire begunstigde.

De geboortepremie kan enkel worden toegekend in de maand van de geboorte.

 

1

Het OCMW heeft beslist om de begunstigden steun toe te kennen voor de regularisering van de inschrijving bij het ziekenfonds

 

Het gaat om achterstallen van de aanvullende bijdrage aan een verzekeringsinstelling in het kader van de ziekte-invaliditeitsverzekering, bijdrage te betalen opdat de begunstigde in orde is met de verzekering.

1

Het OCMW heeft beslist om de begunstigden steun toe te kennen voor de plaatsing- en verblijfskosten

 

  • Het gaat hier enkel om de plaatsing- en verblijfskosten in een medisch-pedagogische instelling van minderjarigen van onbekende vader of moeder of met de Belgische nationaliteit die achtergelaten werden bij de geboorte en waarvan de moeder niet was ingeschreven in het bevolkingsregister (statuut G).

 

1

Het OCMW heeft beslist om de begunstigden steun toe te kennen voor de huisvestingskosten

 

  • Het gaat hier om de huisvestingskosten die ten laste kunnen worden genomen door de Staat wanneer voldaan werd aan de voorwaarden van artikel 5 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995.
  1. Voor een alleenstaande: de Staat neemt een bedrag ten laste dat overeenkomt met ten hoogste het bedrag van de maandelijkse steun voor een alleenstaande.
  2. Voor een gezin kan de Staat tot drie maal dit bedrag ten laste nemen.

De rubriek is momenteel inactief.

  • De kosten in verband met de tewerkstelling in het kader van artikel 60§7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW ‘s kunnen enkel worden teruggevorderd voor de personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister (statuut I).

     

    De toelage van de Staat toegekend aan het OCMW voor de tewerkstelling is gelijk aan het bedrag van categorie E voor een voltijdse tewerkstelling en 500,00 EUR voor een tewerkstelling die niet voltijds is en minstens halftijds is.

     

  • Voor een sociale-economie-initiatief met een verhoogde toelage: het bedrag van de bruto loonkosten is op 01/01/2016 beperkt tot 24.532,14 EUR/jaar (bedrag in verhouding verminderd in geval van halftijdse tewerkstelling).
  • Wanneer het OCMW aanvullende financiële steun toekent aan een persoon waarvoor reeds een toelage werd ontvangen in het kader van artikel 60, §7, kan deze aanvullende financiële steun worden teruggevorderd van de Staat aan 100 %.

    Er moet hier worden opgemerkt dat het loon dat de begunstigde heeft ontvangen voor zijn tewerkstelling wel degelijk beschouwd wordt als een inkomen.

    Soort: Begunstigde / Partner

1 Tewerkstelling met het oog op een beroepservaring
2 Tewerkstelling met het oog op het bekomen van volledige sociale uitkeringen.
3 Tewerkstelling met het oog op werkervaring (contract aangevat vanaf 01/1/2017)
4 Tewerkstelling met het oog op het bekomen van volledige sociale uitkeringen (contract aangevat vanaf 01/01/2017)
5 Tewerkstelling met het oog op werkervaring (contract aangevat vanaf 01/01/2020 in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest)
6 Tewerkstelling met het oog op het oog op het bekomen van volledige sociale uitkeringen (contract aangevat vanaf 01/01/2020 in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest)

 Codes 1 en 2 zullen gecontroleerd worden zoals dit nu het geval is en codes 3 en 4 zullen specifieke regels hebben voor het Vlaamse Gewest (toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) van CAO nr. 43. Op 01/1/2017 bedraagt dit op jaarbasis 22.141,71 € in plaats van de leefloon categorie E). De leeftijd van de begunstigde komt niet meer in aanmerking (geen meer supplement van 25%).

Codes 1 en 2 worden niet meer gebruikt vanaf 01/01/2020 (enkel in Vlaanderen).

  • Brusselse OCMW’s

1/ Voltijdse inschakelingsbetrekking (artikel 60§7)

Bij onze maandelijkse betalingen aan de Brusselse OCMW’s zal een nieuw begrotingsartikel worden aangemaakt om de betalingen van een nieuwe overeenkomst te scheiden van die van een vroegere.

De vroegere voltijdse overeenkomsten art.60 zullen nog steeds betaald worden op begrotingsartikel 116, terwijl de nieuwe zullen betaald worden op het nieuwe begrotingsartikel 137 dat als titel zal hebben: “Voltijdse inschakelingsbetrekking (art.60)”.

De subsidie zal beperkt worden tot het bedrag van categorie 3 en zal betaald blijven worden naar rato van het aantal kalenderdagen in de maand.

Codes 1 & 2 zullen nog gebruikt kunnen worden tot 31/12/2021 voor de vroegere overeenkomsten gesloten vóór 01/01/2020.  Na 01/01/2022 zullen deze codes niet meer gebruikt kunnen worden.

2/ Deeltijdse inschakelingsbetrekking (artikel 60§7)

Het supplement van 25 % voor - 25-jarigen wordt eveneens afgeschaft en dit voor de nieuwe deeltijdse overeenkomsten die worden ondertekend vanaf 01/01/2020.

Hier zullen de codes die werden toegevoegd aan de rubriek “soort tewerkstelling art. 60” het ook mogelijk maken om een onderscheid te maken tussen de vroegere en de nieuwe overeenkomsten. De vroegere overeenkomsten zullen nog steeds gesubsidieerd worden zoals voorheen (500 Euro of eventueel 625 Euro bij - 25-jarigen).

De maximumduur van de nieuwe overeenkomsten zal niet meer dan 1 jaar (6 maanden en 1 keer hernieuwbaar) mogen bedragen.

De vroegere deeltijdse overeenkomsten art.60 zullen nog steeds betaald worden op begrotingsartikel 115, terwijl de nieuwe zullen betaald worden op het nieuwe begrotingsartikel 138 dat als titel zal hebben: “Deeltijdse inschakelingsbetrekking (art.60)”.

De unieke premie van 500 Euro zal eveneens worden afgeschaft en vervangen worden door het bedrag van categorie 3 dat zal gedeeld worden door het arbeidsstelsel en vervolgens betaald worden naar rato van het aantal kalenderdagen in de maand.

 

Uurrooster: Begunstigde / Partner

1

Halftijds arbeidsstelsel

2

Meer dan halftijds en minder dan voltijds arbeidsstelsel

3

Voltijds arbeidsstelsel

 

Tewerkstellingsplaats: Begunstigde / Partner

 

01

De begunstigde wordt in het OCMW zelf tewerkgesteld

02

De begunstigde wordt tewerkgesteld in de gemeente die samenwerkt met het betrokken OCMW

03

De begunstigde wordt in een ander OCMW tewerkgesteld

04

De begunstigde wordt in tewerkgesteld in een gemeente die samenwerkt met een ander OCMW

05

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vzw met een sociaal doel

06

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vzw met een cultureel doel

07

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vzw met een ecologisch doel

08

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een intercommunale met een sociaal doel

09

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een intercommunale met een cultureel doel

10

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een intercommunale met een ecologisch doel

11

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een initiatief erkend door de Minister bevoegd voor sociale economie, maar het OCMW vraagt de verhoogde toelage niet of kan ze niet ontvangen.

12

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een vereniging in de zin van hoofdstuk XII van de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976

13

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een openbaar ziekenhuis dat van rechtswege aangesloten is bij de RSZ-PPO

14

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een openbaar ziekenhuis dat van rechtswege aangesloten is bij de RSZ

15

De begunstigde wordt tewerkgesteld in een initiatief erkend door de Minister bevoegd voor sociale economie. In dit kader beschikt het OCMW over een contingent en vraag de verhoogde toelage aan.

16

De begunstigde wordt tewerkgesteld bij een partner die een overeenkomst heeft gesloten met het OCMW op basis van de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 (art. 61)

17

De begunstigde wordt op een andere plaats tewerkgesteld

18

De begunstigde werkt in de privésector en maakt geen gebruik van een activering art. 61

 

 *code in te vullen in het vakje begunstigde wanneer de hoofdbegunstigde tewerkgesteld wordt en in te vullen in het vakje echtgenoot wanneer de partner wordt tewerkgesteld.

 

De kosten van de tewerkstelling in het kader van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 kunnen enkel worden teruggevorderd voor de personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister (statuut I).

 

Begunstigde / Partner

1

De begunstigde wordt tewerkgesteld in het kader van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976

Zie document "Samenvatting van de tewerkstellingsmaatregelen voor de rechthebbenden op maatschappelijke integratie en financiële maatschappelijke hulp" http://www.mi-is.be/nl/themas/professionele-en-sociale-activering/professionele-activering/tewerkstelling-en-opleiding

  • Brusselse OCMW’s

De maatregel die gekend is als Artikel 61 verandert van naam in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: voortaan heet hij “Opleidingspremie voor inschakelingsbetrekking (Art. 61)”.

Momenteel: 250,00 Euro/maand gedurende maximaal 12 maanden over 2 jaar na de eerste keer, te betalen naar rato van het aantal dagen in de maand.

Op 1/01/2020:

  • De POD MI zet de lopende formulieren op 01/01/2020 automatisch stop door een formulier C.

Deze intrekking heeft enkel betrekking op de formulieren waarvoor art. 61 werd gevraagd.

  • Een maximumbedrag van 3.000,00 Euro per persoon en per OCMW kan worden gesubsidieerd als opleiding en dit ongeacht of de betalingen art. 61 voorheen reeds werden uitgevoerd. Dit contingent kan verspreid worden over de 36 maanden die volgen op de eerste aanvraag.

Het OCMW zal dus 3.000,00 Euro in een keer kunnen vragen of 12 maal 250 Euro of zelfs 24 keer 125 Euro…. De premie hangt niet af van de duur van de overeenkomst: een overeenkomst van 6 maanden geeft eveneens de mogelijkheid tot een volledige premie van 3000 €.

Boven de 36 maanden zal geen enkele subsidie voor opleiding meer kunnen worden aangevraagd.

Wanneer het bedrag van 3.000,00 Euro voor eenzelfde begunstigde wordt overschreden gedurende 3 jaar zal het formulier geweigerd worden.

  • Er zal geen aandeel meer worden toegepast in functie van het aantal dagen. 1 dag per maand zal recht kunnen geven op de gevraagde subsidie.
  • Deze betalingen zullen opgenomen worden in een nieuw begrotingsartikel 139 dat als titel zal hebben: “Opleidingspremie voor inschakelingsbetrekking (Art. 60)”.

Beperking: De maximumduur van een formulier zal 1 maand bedragen en zal niet meer overgedragen kunnen worden naar de volgende maand. Een formulier art. 61 van 20/01/2020, voor een duur van 18 dagen zal geweigerd worden, omdat het overgedragen wordt op de maand februari

Begunstigde / Partner

 

  • De volgende codes zijn mogelijk:

00

Geen tewerkstelling in het kader van de activering van de maatschappelijke dienstverlening

02

Overgangsprogramma – minstens halftijds - geen PWA-activiteiten - 250,00 EUR/maand

03

Overgangsprogramma – minstens halftijds - PWA-activiteiten - 300,00 EUR/maand

06

Overgangsprogramma – minstens 4/5 - geen PWA-activiteiten - 325,00 EUR/maand

07

Overgangsprogramma – minstens 4/5 - PWA-activiteiten - 375,00 EUR/maand

08

Overgangsprogramma – minstens halftijds - het werkloosheidspercentage van de gemeente is meer dan 20 % hoger dan het gemiddelde van het gewest - 435,00 EUR/maand

09

Overgangsprogramma – minstens 4/5 - het werkloosheidspercentage van de gemeente is meer dan 20 % hoger dan het gemiddelde van het gewest - 545,00 EUR/maand

12

Initiatief sociale inschakeling (SINE) - minstens halftijds - 435,00 EUR/maand

13

Initiatief sociale inschakeling (SINE) - minstens 4/5 - 545,00 EUR/maand

14

Invoeginterim - 500,00 EUR/maand

15

Activaplan - 500,00 EUR/maand

16

Activaplan Stadswachten – jonger dan 45 jaar – 900,00 EUR/maand

17

Activaplan Stadswachten – 45 jaar of ouder – 1100,00 EUR/maand

18

Initiatief tot Sociale inschakeling: Alle nieuwe SINE-maatregelen sinds 01/01/2004 - 500,00 EUR/maand

19

Combinatie van de vormen van activering van de maatschappelijke dienstverlening (SINE/Activaplan/ Doorstromingsprogramma)

 

  • De kosten van de tewerkstelling in het kader van de activering van de maatschappelijke dienstverlening kunnen enkel worden teruggevorderd voor de personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister (statuut I).
  • Met ingang van 01/01/2017 zullen enkel de codes 12, 13 en 18 behouden blijven voor Vlaanderen

Voor het Waalse gewest (uitgezonderd de Duitse regio):

Enkel de codes 10,11,12,13,18 en 19 kunnen nog gesubsidieerd worden voor nieuwe contracten na01/07/2017.

Ziehier de overgangsmaatregelen voor de activeringen die niet meer gebruikt zullen worden:

-     Als de invoegedatum van het formulier < 01/07/2017, zal het formulier voor de hele periode aanvaardworden, zelfs als het formulier verder loopt na 01/07/2017.

Voor de DOORSTROMINGSPROGRAMMA’S:

Als de invoegedatum van het formulier >= 01/07/2017, zal het formulier geweigerd worden met volgende foutcode : 350101: “Vanaf 01/07/2017 vraagt deze activering een bevestiging van het Waals Gewest”

Het OCMW zal dan een bevestiging van het Waalse gewest moeten doorsturen naar de FrontOffice om hun formulier te valideren.

Voor het ACTIVAPLAN en INVOEGINTERIM:

Als de invoegedatum van het formulier >= 01/07/2017, zal het formulier geweigerd worden met de foutcode:

320771: “Soort tewerkstellingsprogramma begunstigde niet geldig”

Aanpassingen op 1/10/2017 voor het Brussels Gewest

De nieuwe wetgeving betreft enkel de maatregelen van Activa, met name de codes 15, 16 en van de tabel hierboven.

De andere maatregelen in de tabel zijn in  betrokken door de nieuwe wetgeving.

De maatregelen SINE en DSP worden afgeschaft :

  • op 1/01/2019 met overgangsmaatregelen via manuele validering voor de Duitstalige Gemeenschap ;
  • op 01/01/2021 stopgezet zonder overgangsmaatregelen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze maatregel is niet meer van toepassing voor de Waalse OCMW ‘s met uitzondering van de 9 Duitstalige OCMW ’s

 

Begunstigde / Partner

 

1

Individuele begeleiding van minstens 50 uren

2

Individuele begeleiding van minstens 100 uren

Begunstigde / Partner:

1

Onderhoudsgeld wordt aangevraagd

 

  • Het gaat om een specifieke toelage voor personen die alimentatievorderingen moeten betalen voor hun kinderen.
  • Deze toelage bedraagt de helft van het bedrag van de betaalde onderhoudsuitkeringen, met een maximum van 91,67 EUR/maand (terugbetaling aan 100 %).

 

  • De volgende codes zijn mogelijk:

1

De hoofdbegunstigde is nergens ingeschreven

2

De hoofdbegunstigde is ingeschreven in het bevolkingsregister

3

De hoofdbegunstigde is ingeschreven in het vreemdelingenregister

4

De hoofdbegunstigde is geschrapt uit het bevolkings- of vreemdelingenregister of is op een referentieadres ingeschereven

5

De hoofdbegunstigde is ingeschreven in het wachtregister

 

  • De volgende codes zijn mogelijk:

A

Samenwonende

B

Alleenstaande

E

Persoon die samenwoont met een gezin te zijnen laste mits er ten minste één ongehuwd minderjarig kind aanwezig is.

 

  • Wanneer de hoofdbegunstigde van categorie verandert, moet een nieuw formulier B1 worden bezorgd.

 

  • De volgende codes zijn mogelijk:

1

De begunstigde verblijft in de gemeente van het OCMW (code 207) en er wordt hem huisvesting aangeboden

2

De begunstigde verblijft in een andere gemeente dan de gemeente van het OCMW (code 207) en krijgt geen huisvesting aangeboden

3

De begunstigde verblijft in een andere gemeente dan de gemeente van het OCMW (code 207) en heeft de huisvesting geweigerd of heeft niet gereageerd op het aanbod

4

De begunstigde verblijft in de gemeente van het OCMW (code 207) en krijgt geen huisvesting aangeboden

5

De begunstigde heeft voordien in de gemeente van het OCMW gewoond (code 207) in een woning die hem werd aangeboden, maar is vervolgens verhuisd naar een andere gemeente

 

* code 207 = verplichte inschrijvingsplaats

  • Deze kan worden uitgedrukt in:
  1. maanden, weken, dagen.
  2. Een combinatie van maanden, weken en dagen is mogelijk.
  • Wanneer de duur van een beslissing niet is vermeld, gaan we uit van het principe dat de duur 12 maanden bedraagt.

Wanneer het statuut van een betrokkene wijzigt, wordt een lopende beslissing automatisch onderbroken.

  • Deze datum valt samen met de datum van de OCMW- raad waarin het haar beslissing tot toekenning van steun heeft genomen.
  • In deze rubriek kan het OCMW een referentienummer toekenning van maximaal 12 karakters.

1

De steun werd toegekend krachtens een vonnis van de arbeidsrechtbank of een arrest van het arbeidshof.

In geval van veroordeling van het OCMW dient het OCMW de rechterlijke uitspraak te versturen naar de dienst Frontoffice (vraag@mi-is.be). In functie hiervan zal de POD de kosten al dan niet ten laste nemen.