De studenten van artikel 2, §6

1. Wettelijke bepaling

Artikel 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn stelt dat:

"In afwijking van artikel 1, 1°, is het steunverlenend openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de persoon die een studie volgt in de zin van artikel 11, § 2, a, van de wet van 26 mei 2002 tot instelling van het recht op maatschappelijke integratie, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar de student, op het ogenblik van de aanvraag, zijn inschrijving als hoofdverblijfplaats heeft in het bevolkings- of vreemdelingenregister.

 

Dit OCMW blijft bevoegd voor de gehele ononderbroken duur van de studies."

De wet voorziet dat het OCMW van de gemeente waar de student met volledig leerplan, op het ogenblik dat hij zijn steunaanvraag indient is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister voor zijn hoofdverblijf, bevoegd is.

 

De wet verduidelijkt dat dit OCMW bevoegd blijft "voor de gehele ononderbroken duur van de studies."

 

2. In praktijk

De specifieke bevoegdheidsregel voor studenten van artikel 2, §6, van de wet van 2 april 1965 is van toepassing wanneer de aanvrager tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoet, op het ogenblik van zijn steunaanvraag:

  • De hoedanigheid hebben van student met volledig leerplan

Hij moet bewijzen dat hij studies met volledig leerplan volgt in een onderwijsinstelling dat erkend is, georganiseerd wordt of gesubsidieerd wordt door de Gemeenschappen.

  • De student moet, op het ogenblik van zijn steunaanvraag, ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister voor zijn hoofdverblijf.
  • Volwassen zijn en jonger zijn dan 25 jaar

 

Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar de student:

  • is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister voor zijn hoofdverblijf, op het ogenblik van zijn aanvraag.

Dit OCMW blijft bevoegd tijdens de volledige ononderbroken duur van de studies van de student.

 

3. De bevoegdheidscontinuïteit van het oorspronkelijke OCMW

Het OCMW dat, op het ogenblik van de aanvraag, bevoegd is op basis van de specifieke bevoegdheidsregel voor de studenten, blijft bevoegd tijdens de volledig ononderbroken duur van de studies.

De specifieke continuïteitsregel voor studenten is enkel van toepassing wanneer de aanvrager aan alle toepassingsvoorwaarden van het artikel 2, §6 voldeed op het ogenblik van zijn eerste steunaanvraag en hij ononderbroken zijn studies heeft verdergezet sinds zijn eerste steunaanvraag.

Vanaf het ogenblik dat een OCMW bevoegd wordt voor een student, blijft het bevoegd voor het vervolg van de studies tot op het ogenblik dat zijn studies onderbroken of beëindigd worden, en dit ongeacht het feit of er een beslissing tot toekenning of weigering werd genomen. Het feit dat de betrokkene van verblijf en van domicilie verandert tijdens de studies wijzigt de bevoegdheid niet.

De student die de studies met voltijds leerplan verderzet, behoudt zonder onderbreking zijn hoedanigheid van student tot op het ogenblik dat hij de studies beëindigt of onderbreekt, of dat hij laat weten dat hij de studies niet wenst verder te zetten, of dat objectieve elementen aantonen dat het zijn bedoeling is zijn studies stop te zetten.

Wanneer de betrokkene zijn studies heeft onderbroken, verliest hij zijn hoedanigheid van student tot op het ogenblik dat hij effectief de studies met volledig leerplan herneemt. De regel van de bevoegdheidscontinuïteit is niet van toepassing. De specifieke bevoegdheidsregel voor studenten zal van toepassing zijn wanneer hij zijn studies met volledig leerplan zal hebben hervat.