Definitie
Artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen heeft betrekking op de verblijfsregularisatie op basis van uitzonderlijke omstandigheden.
De aanvraag voor een verblijf langer dan drie maanden kan in België worden ingediend in geval van buitengewone omstandigheden waardoor een terugkeer naar het land van herkomst onmogelijk of zeer moeilijk is.
Juridische basis
Verblijfsrecht |
Artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. |
OCMW |
Artikel 57, §2 van de organieke OCMW-wet |
Terugbetaling |
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's Koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de OCMW wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven |
Verblijfstitel |
Geen verblijfsrecht Geen documenten bezorgd |
Soort steun | |
Recht op integratie |
Geen recht op RMI |
Recht op maatschappelijke dienstverlening |
Financiële hulp: neen |
Medische hulp:
|
|
Terugbetaling vanwege de Staat | Terugbetaling van de dringende medische hulp, wanneer de betrokkene behoeftig is. |
1. Indienen van de aanvraag
De persoon die in België verblijft dient een aanvraag tot verblijfsvergunning in om buitengewone omstandigheden bij de gemeente.
Het feit dat een aanvraag wordt ingediend, geeft geen enkel recht op verblijf.
1.1. Procedure vreemdelingenrecht
De vreemdeling die in België verblijft, moet zijn aanvraag tot verblijfsvergunning om buitengewone redenen indienen bij de gemeente.
De gemeente zal binnen de 10 dagen een woonstcontrole verrichten:
- Indien het onderzoek negatief is, zal de gemeente een beslissing nemen tot "nietinoverwegingname". In dat geval wordt een kopie van de beslissing van de gemeente bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken. De vreemdeling ontvangt een beslissing tot niet inoverwegingname.
- indien het onderzoek positief is, wordt de aanvraag bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken met eventuele adviezen en/of opmerkingen van de gemeente. De burgemeester of zijn afgevaardigde overhandigt aan de aanvrager een attest van ontvangst van de aanvraag. Dit attest heeft geen enkele invloed op de verblijfssituatie van de aanvrager.
De Dienst Vreemdelingenzaken kan drie soorten beslissingen nemen:
- indien er geen enkele buitengewone omstandigheid is of indien de identiteitsdocumenten niet bij de aanvraag zijn gevoegd of indien niet wordt meegedeeld waarom deze documenten ontbreken, verklaart de Dienst Vreemdelingenzaken de aanvraag onontvankelijk;
- wanneer de argumenten ten gronde worden verworpen, wordt de aanvraag ongegrond verklaard;
- wanneer aan alle vereiste voorwaarden is voldaan, verklaart de Dienst Vreemdelingenzaken de aanvraag ontvankelijk en gegrond en deelt aan het gemeentebestuur de nodige instructies mee voor de inschrijving in het vreemdelingenregister en de afgifte van een BIVR voor een beperkte duur van één jaar die kan verlengd worden.
1.2. Recht op maatschappelijke integratie
De persoon valt niet onder de voorwaarden wat betreft het verblijf om het recht op maatschappelijke integratie te genieten.
1.3. Recht op maatschappelijke dienstverlening
Het feit dat een regularisatieaanvraag wordt ingediend bij DVZ, geeft geen enkel recht op verblijf. Dus, behalve wanneer de persoon een andere maatregel geniet die hem de mogelijkheid geeft om in België te verblijven, wordt de persoon beschouwd als iemand die illegaal verblijft. Hij kan geen maatschappelijke dienstverlening genieten.
Als de persoon behoeftig is, is de enige steun die hij kan ontvangen dringende medische hulp. De persoon wordt immers beschouwd als iemand die illegaal verblijft.
2. Verblijfsregularisatie wordt toegekend
De persoon wordt geregulariseerd.
2.1. Procedure vreemdelingenrecht
De persoon wordt geregulariseerd. De Dienst Vreemdelingenzaken verklaart de aanvraag ontvankelijk en gegrond en deelt aan het gemeentebestuur de nodige instructies mee voor de inschrijving in het vreemdelingenregister en de aflevering van een BIVR voor een bepaalde duur van één jaar die verlengd kan worden.
2.2. Recht op maatschappelijke integratie
De persoon valt niet onder de voorwaarden wat betreft het verblijf om het recht op maatschappelijke integratie te genieten.
2.3. Recht op maatschappelijke dienstverlening
De persoon valt onder de voorwaarden wat betreft het verblijf om het recht op maatschappelijke dienstverlening te genieten.
Indienen van de aanvraag
In geval van weigering of tijdens de periode van het onderzoek door de Dienst Vreemdelingenzaken zal de terugbetaling door de Staat beperkt zijn tot de dringende medische hulp, via een formulier A (statuut C), een formulier B1 (farmaceutische medische kosten), een formulier B2 als de persoon geen aanspraak kan maken op Mediprima.
De kosten zullen verstuurd worden via een formulier D1 en/of D2.
Verblijfsregularisatie wordt toegekend
Vanaf het ogenblik dat de persoon zijn beslissing tot verblijfsregularisatie heeft ontvangen, kan er maatschappelijke dienstverlening (wet65) worden toegekend. Het OCMW moet een formulier A indienen met vermelding van statuut I, de datum van inwerkingtreding van formulier A is ten vroegste de regularisatiedatum, er moet een formulier B1 worden ingediend met vermelding van de verschillende soorten steun toegekend door het OCMW (zie ‘Voorafgaande opmerkingen’), de datum van inwerkingtreding is, ten vroegste, gelijk aan de regularisatiedatum of later; eventueel formulieren B2 als de persoon niet aan de voorwaarden van MediPrima voldoet.
Vervolgens zullen de formulieren D1 en D2 maandelijks worden verstuurd voor de terugvordering van de kosten.
Het OCMW kan het rijksregister raadplegen; de rubrieken 195-202-210
- Rubriek 195: vermeldt de toegekende kaart (A-kaart, B-kaart)
- Rubriek 202: vermeldt: tijdelijke of definitieve humanitaire regularisatie
- Rubriek 210: de persoon zal worden ingeschreven in het vreemdelingenregister op de datum van toekenning van de regularisatie.
Inleiding
In de toepassing Nova Prima moeten personen die het verblijfsrecht ontvangen in het kader van artikel 9bis en die voorkomen in de aanvraagdossiers van het equivalent leefloon worden noodzakelijkerwijs opgenomen in het vreemdelingenregister en over een statuut I beschikken.
Dit statuut I wordt opgesteld door Nova Prima op basis van informatie vanwege de KSZ en vermeldt de steun die aan het OCMW wordt terugbetaald door de POD MI (cf. tabel ad hoc).
De informatie die zo wordt verzameld door Nova Prima dient hoofdzakelijk om controles uit te voeren op de verstuurde formulieren. In mindere mate kan ook andere informatie worden ingevoerd in Nova Prima over de persoon via de medewerkers van de Front Office.
1. Weergave van de informatie in Nova Prima:
De statuten van een persoon worden weergegeven in het scherm ICONL (verblijfsrechten) en verschijnen er per periode (begindatum – einddatum) en in de vorm van een berichttype.
Voor personen vermeld onder artikel 9bis maakt Nova Prima de meldingen 82 ‘Definitieve regularisatie’ of 83 ‘Tijdelijke regularisatie’ aan, al naar gelang de persoon beschikt over een verblijfstitel type B of A.
2. De algemene gegevens van de persoon worden weergegeven via het scherm PIDTI (signaletiek) van de personen.
3. De beschikbare bronnen voor Nova Prima
Het Rijksregister:
De 9 bis worden geïdentificeerd door de informatie in de twee IT’s van het Rijksregister, overgemaakt via de KSZ:
1. de IT 195: verblijfsrecht (cf. doc)
2. de IT 202: verblijfstitel
Het OCMW:
Op basis van informatie en bewijskrachtige documenten die het OCMW bezorgt aan de POD MI kan het een aanpassing vragen van de informatie die verband houdt met het verblijfsrecht van de persoon.
De informatie wordt bijgewerkt in NOVAPRIMA door een medewerker van de Front Office van de POD Maatschappelijke Integratie.
4. Behandeling van de 9bis in Nova Prima:
De personen 9 bis worden opgenomen in de toepassing NOVAPRIMA:
- bij ontvangst van een formulier voor een aanvraag tot subsidie – noodzakelijk in Wet 65: een A formulier en een B formulier.
- bij ontvangst van een aanvraag tot terugbetaling: een D formulier.
Nadien, in de loop van het dossier:
- bij ontvangst van een “mutatie” - dit wil zeggen een wijzigende informatie over de persoon, die via de KSZ in het Rijksregister wordt bezorgd.
5. De meldingen statuut I aangemaakt voor de 9 bis:
82 – Definitieve regularisatie
Deze melding kan worden aangemaakt in ICONL (verblijfsrechten) op basis van de informatie in het Rijksregister (IT 195 en 202) en hiervoor moet het volgende bestaan:
- IT195: Type kaart 12 (B kaart – afgeleverd voor een niet-Europeaan met een onbeperkt verblijf)
- IT202: Reden 03.02.00 (Art. 9 bis) met een vroegere geldigheidsdatum dan die van de IT195.
83 – Tijdelijke regularisatie
Deze melding kan worden aangemaakt in ICONL (verblijfsrechten) op basis van informatie uit het Rijksregister (IT 195 en 202) en hiervoor moet het volgende bestaan:
- IT195: Type kaart 10 (BIVR – Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister) of Type kaart 11 (A Kaart – afgeleverd voor de niet-Europeanen met een tijdelijk verblijf)
- IT202: Reden 03.02.00 (Art. 9 bis) met een vroegere geldigheidsdatum dan die van IT195.
Indien u hier nog geen antwoord gevonden hebt op uw vraag kunt u steeds de algemene website bezoeken waar u ook een onderdeel 'FAQ' vindt: www.mi-is.be. Het spreekt voor zich dat u zich ook steeds kunt richten tot de FrontOffice via vraag@mi-is.be of 02/5088585.
Definitie
Artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen heeft betrekking op de verblijfsregularisatie op basis van uitzonderlijke omstandigheden.
De aanvraag voor een verblijf langer dan drie maanden kan in België worden ingediend in geval van buitengewone omstandigheden waardoor een terugkeer naar het land van herkomst onmogelijk of zeer moeilijk is.
Juridische basis
Verblijfsrecht |
Artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. |
OCMW |
Artikel 57, §2 van de organieke OCMW-wet |
Terugbetaling |
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's Koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de OCMW wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven |
Verblijfstitel |
Geen verblijfsrecht Geen documenten bezorgd |
Soort steun | |
Recht op integratie |
Geen recht op RMI |
Recht op maatschappelijke dienstverlening |
Financiële hulp: neen |
Medische hulp:
|
|
Terugbetaling vanwege de Staat | Terugbetaling van de dringende medische hulp, wanneer de betrokkene behoeftig is. |
1. Indienen van de aanvraag
De persoon die in België verblijft dient een aanvraag tot verblijfsvergunning in om buitengewone omstandigheden bij de gemeente.
Het feit dat een aanvraag wordt ingediend, geeft geen enkel recht op verblijf.
1.1. Procedure vreemdelingenrecht
De vreemdeling die in België verblijft, moet zijn aanvraag tot verblijfsvergunning om buitengewone redenen indienen bij de gemeente.
De gemeente zal binnen de 10 dagen een woonstcontrole verrichten:
- Indien het onderzoek negatief is, zal de gemeente een beslissing nemen tot "nietinoverwegingname". In dat geval wordt een kopie van de beslissing van de gemeente bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken. De vreemdeling ontvangt een beslissing tot niet inoverwegingname.
- indien het onderzoek positief is, wordt de aanvraag bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken met eventuele adviezen en/of opmerkingen van de gemeente. De burgemeester of zijn afgevaardigde overhandigt aan de aanvrager een attest van ontvangst van de aanvraag. Dit attest heeft geen enkele invloed op de verblijfssituatie van de aanvrager.
De Dienst Vreemdelingenzaken kan drie soorten beslissingen nemen:
- indien er geen enkele buitengewone omstandigheid is of indien de identiteitsdocumenten niet bij de aanvraag zijn gevoegd of indien niet wordt meegedeeld waarom deze documenten ontbreken, verklaart de Dienst Vreemdelingenzaken de aanvraag onontvankelijk;
- wanneer de argumenten ten gronde worden verworpen, wordt de aanvraag ongegrond verklaard;
- wanneer aan alle vereiste voorwaarden is voldaan, verklaart de Dienst Vreemdelingenzaken de aanvraag ontvankelijk en gegrond en deelt aan het gemeentebestuur de nodige instructies mee voor de inschrijving in het vreemdelingenregister en de afgifte van een BIVR voor een beperkte duur van één jaar die kan verlengd worden.
1.2. Recht op maatschappelijke integratie
De persoon valt niet onder de voorwaarden wat betreft het verblijf om het recht op maatschappelijke integratie te genieten.
1.3. Recht op maatschappelijke dienstverlening
Het feit dat een regularisatieaanvraag wordt ingediend bij DVZ, geeft geen enkel recht op verblijf. Dus, behalve wanneer de persoon een andere maatregel geniet die hem de mogelijkheid geeft om in België te verblijven, wordt de persoon beschouwd als iemand die illegaal verblijft. Hij kan geen maatschappelijke dienstverlening genieten.
Als de persoon behoeftig is, is de enige steun die hij kan ontvangen dringende medische hulp. De persoon wordt immers beschouwd als iemand die illegaal verblijft.
2. Verblijfsregularisatie wordt toegekend
De persoon wordt geregulariseerd.
2.1. Procedure vreemdelingenrecht
De persoon wordt geregulariseerd. De Dienst Vreemdelingenzaken verklaart de aanvraag ontvankelijk en gegrond en deelt aan het gemeentebestuur de nodige instructies mee voor de inschrijving in het vreemdelingenregister en de aflevering van een BIVR voor een bepaalde duur van één jaar die verlengd kan worden.
2.2. Recht op maatschappelijke integratie
De persoon valt niet onder de voorwaarden wat betreft het verblijf om het recht op maatschappelijke integratie te genieten.
2.3. Recht op maatschappelijke dienstverlening
De persoon valt onder de voorwaarden wat betreft het verblijf om het recht op maatschappelijke dienstverlening te genieten.
Indienen van de aanvraag
In geval van weigering of tijdens de periode van het onderzoek door de Dienst Vreemdelingenzaken zal de terugbetaling door de Staat beperkt zijn tot de dringende medische hulp, via een formulier A (statuut C), een formulier B1 (farmaceutische medische kosten), een formulier B2 als de persoon geen aanspraak kan maken op Mediprima.
De kosten zullen verstuurd worden via een formulier D1 en/of D2.
Verblijfsregularisatie wordt toegekend
Vanaf het ogenblik dat de persoon zijn beslissing tot verblijfsregularisatie heeft ontvangen, kan er maatschappelijke dienstverlening (wet65) worden toegekend. Het OCMW moet een formulier A indienen met vermelding van statuut I, de datum van inwerkingtreding van formulier A is ten vroegste de regularisatiedatum, er moet een formulier B1 worden ingediend met vermelding van de verschillende soorten steun toegekend door het OCMW (zie ‘Voorafgaande opmerkingen’), de datum van inwerkingtreding is, ten vroegste, gelijk aan de regularisatiedatum of later; eventueel formulieren B2 als de persoon niet aan de voorwaarden van MediPrima voldoet.
Vervolgens zullen de formulieren D1 en D2 maandelijks worden verstuurd voor de terugvordering van de kosten.
Het OCMW kan het rijksregister raadplegen; de rubrieken 195-202-210
- Rubriek 195: vermeldt de toegekende kaart (A-kaart, B-kaart)
- Rubriek 202: vermeldt: tijdelijke of definitieve humanitaire regularisatie
- Rubriek 210: de persoon zal worden ingeschreven in het vreemdelingenregister op de datum van toekenning van de regularisatie.
Inleiding
In de toepassing Nova Prima moeten personen die het verblijfsrecht ontvangen in het kader van artikel 9bis en die voorkomen in de aanvraagdossiers van het equivalent leefloon worden noodzakelijkerwijs opgenomen in het vreemdelingenregister en over een statuut I beschikken.
Dit statuut I wordt opgesteld door Nova Prima op basis van informatie vanwege de KSZ en vermeldt de steun die aan het OCMW wordt terugbetaald door de POD MI (cf. tabel ad hoc).
De informatie die zo wordt verzameld door Nova Prima dient hoofdzakelijk om controles uit te voeren op de verstuurde formulieren. In mindere mate kan ook andere informatie worden ingevoerd in Nova Prima over de persoon via de medewerkers van de Front Office.
1. Weergave van de informatie in Nova Prima:
De statuten van een persoon worden weergegeven in het scherm ICONL (verblijfsrechten) en verschijnen er per periode (begindatum – einddatum) en in de vorm van een berichttype.
Voor personen vermeld onder artikel 9bis maakt Nova Prima de meldingen 82 ‘Definitieve regularisatie’ of 83 ‘Tijdelijke regularisatie’ aan, al naar gelang de persoon beschikt over een verblijfstitel type B of A.
2. De algemene gegevens van de persoon worden weergegeven via het scherm PIDTI (signaletiek) van de personen.
3. De beschikbare bronnen voor Nova Prima
Het Rijksregister:
De 9 bis worden geïdentificeerd door de informatie in de twee IT’s van het Rijksregister, overgemaakt via de KSZ:
1. de IT 195: verblijfsrecht (cf. doc)
2. de IT 202: verblijfstitel
Het OCMW:
Op basis van informatie en bewijskrachtige documenten die het OCMW bezorgt aan de POD MI kan het een aanpassing vragen van de informatie die verband houdt met het verblijfsrecht van de persoon.
De informatie wordt bijgewerkt in NOVAPRIMA door een medewerker van de Front Office van de POD Maatschappelijke Integratie.
4. Behandeling van de 9bis in Nova Prima:
De personen 9 bis worden opgenomen in de toepassing NOVAPRIMA:
- bij ontvangst van een formulier voor een aanvraag tot subsidie – noodzakelijk in Wet 65: een A formulier en een B formulier.
- bij ontvangst van een aanvraag tot terugbetaling: een D formulier.
Nadien, in de loop van het dossier:
- bij ontvangst van een “mutatie” - dit wil zeggen een wijzigende informatie over de persoon, die via de KSZ in het Rijksregister wordt bezorgd.
5. De meldingen statuut I aangemaakt voor de 9 bis:
82 – Definitieve regularisatie
Deze melding kan worden aangemaakt in ICONL (verblijfsrechten) op basis van de informatie in het Rijksregister (IT 195 en 202) en hiervoor moet het volgende bestaan:
- IT195: Type kaart 12 (B kaart – afgeleverd voor een niet-Europeaan met een onbeperkt verblijf)
- IT202: Reden 03.02.00 (Art. 9 bis) met een vroegere geldigheidsdatum dan die van de IT195.
83 – Tijdelijke regularisatie
Deze melding kan worden aangemaakt in ICONL (verblijfsrechten) op basis van informatie uit het Rijksregister (IT 195 en 202) en hiervoor moet het volgende bestaan:
- IT195: Type kaart 10 (BIVR – Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister) of Type kaart 11 (A Kaart – afgeleverd voor de niet-Europeanen met een tijdelijk verblijf)
- IT202: Reden 03.02.00 (Art. 9 bis) met een vroegere geldigheidsdatum dan die van IT195.
Indien u hier nog geen antwoord gevonden hebt op uw vraag kunt u steeds de algemene website bezoeken waar u ook een onderdeel 'FAQ' vindt: www.mi-is.be. Het spreekt voor zich dat u zich ook steeds kunt richten tot de FrontOffice via vraag@mi-is.be of 02/5088585.