Inleiding
Op 1 november 2016 traden de wijzigingen in verband met het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) in werking. Intussen zijn we bijna een jaar verder en ontvangen we veel vragen over de bijzondere toelage – verlenging. We hebben dan ook een klein overzicht opgesteld met de belangrijkste aandachtspunten en met een aantal voorbeelden.
Voor wat betreft de reglementering verwijzen we naar de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, het bijbehorende koninklijk besluit – algemeen reglement en de omzendbrief van 12 oktober 2016.
1. De bijzondere toelage - verlenging kan enkel toegekend worden voor een verlenging.
Er kan enkel sprake zijn van een bijzondere toelage – verlenging als er effectief een GPMI was op de laatste dag van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend. Het gaat immers over een verlenging.
Voorbeeld: Op 1 november 2016 bestond er een GPMI en voor dit GPMI werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Het GPMI werd uitgevoerd en leidde op 1 juni 2017 tot een tewerkstelling. De betrokkene verliest haar werk op 1 december 2017, komt terug naar het OCMW en heeft recht op leefloon, dan kan er geen bijzondere toelage – verlenging worden toegekend. Er werd immers geen bijzondere toelage – eerste toelage toegekend op 31 oktober 2017, dus kan er ook niet verlengd worden.
Natuurlijk moeten de andere voorwaarden voor de toekenning van een bijzondere toelage – verlenging ook vervuld zijn.
2. Motivatie
Het is noodzakelijk dat het OCMW de aanvraag tot de bijzondere toelage – verlenging van 10% motiveert. Het OCMW kan dit doen naar aanleiding van een evaluatie. Deze motivatie moet alleszins schriftelijk gebeuren. Ze kan worden opgenomen in een afzonderlijk document of in de laatste evaluatie, maar dan moet er wel een afzonderlijke titel ‘motivatie: bijzonder toelage - verlenging’ vermeld worden.
3. Moment van motivatie
Deze motivatie moet worden opgesteld ten vroegste één maand voor het verstrijken van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend en ten laatste binnen de maand na het verstrijken van dezelfde periode.
4. inhoud van de motivatie
Wat betreft deze motivatie is het OCMW autonoom. Er moet op concrete wijze worden aangetoond dat de betrokkene ‘bijzonder ver verwijderd is van een maatschappelijke of socioprofessionele integratie’. Dit moet voor elk dossier specifiek gebeuren, rekening houdend met de specifieke elementen van het dossier.
Voorbeeld: Op 1 november 2016 bestond er een GPMI en voor dit GPMI werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Gedurende het jaar werkt de betrokkene af en toe: vanaf januari t.e.m. maart, vanaf april t.e.m. mei, in juli, …
Op 31 oktober 2017 is de betrokkene opnieuw leefloongerechtigd met GPMI en werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Het OCMW moet motiveren waarom er sprake is van een bijzondere toelage – verlenging, d.w.z. dat de betrokkene ‘bijzonder ver verwijderd is van een maatschappelijke of socioprofessionele integratie’. Het komt toe aan het OCMW om dit uitdrukkelijk te motiveren. Deze motivatie moet in het dossier bewaard worden en kan door de inspectie worden nagekeken. Gelet op het feit dat betrokkene al enkele malen werkte, zal de motivatie duidelijk moeten aangeven wat er aan de situatie gewijzigd is en waarom het moeilijk is om de betrokkene opnieuw maatschappelijk of socioprofessioneel te integreren.
5. Beslissing van de Raad
Omdat de aanvraag voor de bijzondere toelage – verlenging gedekt moet zijn door een beslissing van de Raad is het noodzakelijk dat de motivatie wordt voorgelegd aan de Raad en dat de aanvraag van de toelage wordt bekrachtigd. Er wordt aanvaard dat dit, net zoals voor de eerste toelage, met een systeem van lijsten gebeurd.
De Raad moet dit ten laatste doen voordat er een periode van twee maanden verstreken is sinds het verstrijken van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend.
Voorbeeld: Op 1 november 2016 bestond er een GPMI en voor dit GPMI werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Tijdens het jaar gold de hele tijd hetzelfde GPMI of er werden verschillende GPMI’s afgesloten.
Op 31 oktober 2017 ontving het OCMW een bijzondere toelage – eerste toelage en vanaf 1 november 2017 wil het OCMW de bijzondere toelage – verlenging ontvangen. Dan moeten er twee dingen gebeuren : Ten eerste moet het OCMW motiveren waarom er sprake is van een bijzondere toelage – verlenging en dit ook opnemen in het dossier. Ten tweede moet er aan de Raad/Comité gemeld worden dat de bijzondere toelage – verlenging wordt aangevraagd.
Voorbeeld: er werd voor een bijzondere toelage - eerste toelage toegekend op 1 december 2017. Dan kan de motivatie worden opgesteld tussen 1 november 2018 en 31 december 2018. De Raad moet ten laatste op 31 januari 2019 zijn goedkeuring hebben gegeven.
6. Niet noodzakelijk een wijziging van GPMI of een nieuw GPMI
Voor alle duidelijkheid: het is niet noodzakelijk dat er een nieuw GPMI ondertekend wordt. Als er een bijzondere toelage – eerste toelage werd aangevraagd voor de periode 1 november 2016 tot en met 31 oktober 2017 en als het bestaande GPMI verderloopt tot en met 1 december 2017, dan kan men ook voor het reeds bestaande GPMI de bijzondere toelage - verlenging aanvragen. Het volstaat dus dat er een GPMI is.
Dit volgt rechtstreeks uit het feit dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen de relatie OCMW-cliënt en de relatie OCMW-POD MI. De bijzondere toelages hebben enkel betrekking op die laatste relatie.
Indien het einde van het GPMI samenvalt met het einde van de periode waarvoor de bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend, dan aanvaarden we een aanvraag voor de bijzondere toelage – verlenging op voorwaarde dat er voor het einde van de maand volgend op het einde van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend, een nieuw GPMI of een avenant bij dit GPMI wordt getekend.
Voorbeeld: Op 1 december 2017 werd er voor een bepaald dossier een bijzondere toelage – eerste toelage aangevraagd. Bijgevolg eindigt de periode waarvoor deze bijzonder toelage – eerste toelage kan ontvangen worden op 30 november 2018. Indien het GPMI dat werd getekend eveneens geldig is tot en met 30 november 2018, dan moet het OCMW in de maand december 2018 met de betrokkene een nieuw GPMI ondertekenen en kan men op die manier toch nog een bijzondere toelage – verlenging aanvragen. De Raad moet dan ook ten laatste op 31 januari 2019 zijn beslissing genomen hebben.
Indien u hier nog geen antwoord gevonden hebt op uw vraag kunt u steeds de algemene website bezoeken waar u ook een onderdeel 'FAQ' vindt: www.mi-is.be. Het spreekt voor zich dat u zich ook steeds kunt richten tot de FrontOffice via vraag@mi-is.be of 02/5088585.
Inleiding
Op 1 november 2016 traden de wijzigingen in verband met het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) in werking. Intussen zijn we bijna een jaar verder en ontvangen we veel vragen over de bijzondere toelage – verlenging. We hebben dan ook een klein overzicht opgesteld met de belangrijkste aandachtspunten en met een aantal voorbeelden.
Voor wat betreft de reglementering verwijzen we naar de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, het bijbehorende koninklijk besluit – algemeen reglement en de omzendbrief van 12 oktober 2016.
1. De bijzondere toelage - verlenging kan enkel toegekend worden voor een verlenging.
Er kan enkel sprake zijn van een bijzondere toelage – verlenging als er effectief een GPMI was op de laatste dag van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend. Het gaat immers over een verlenging.
Voorbeeld: Op 1 november 2016 bestond er een GPMI en voor dit GPMI werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Het GPMI werd uitgevoerd en leidde op 1 juni 2017 tot een tewerkstelling. De betrokkene verliest haar werk op 1 december 2017, komt terug naar het OCMW en heeft recht op leefloon, dan kan er geen bijzondere toelage – verlenging worden toegekend. Er werd immers geen bijzondere toelage – eerste toelage toegekend op 31 oktober 2017, dus kan er ook niet verlengd worden.
Natuurlijk moeten de andere voorwaarden voor de toekenning van een bijzondere toelage – verlenging ook vervuld zijn.
2. Motivatie
Het is noodzakelijk dat het OCMW de aanvraag tot de bijzondere toelage – verlenging van 10% motiveert. Het OCMW kan dit doen naar aanleiding van een evaluatie. Deze motivatie moet alleszins schriftelijk gebeuren. Ze kan worden opgenomen in een afzonderlijk document of in de laatste evaluatie, maar dan moet er wel een afzonderlijke titel ‘motivatie: bijzonder toelage - verlenging’ vermeld worden.
3. Moment van motivatie
Deze motivatie moet worden opgesteld ten vroegste één maand voor het verstrijken van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend en ten laatste binnen de maand na het verstrijken van dezelfde periode.
4. inhoud van de motivatie
Wat betreft deze motivatie is het OCMW autonoom. Er moet op concrete wijze worden aangetoond dat de betrokkene ‘bijzonder ver verwijderd is van een maatschappelijke of socioprofessionele integratie’. Dit moet voor elk dossier specifiek gebeuren, rekening houdend met de specifieke elementen van het dossier.
Voorbeeld: Op 1 november 2016 bestond er een GPMI en voor dit GPMI werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Gedurende het jaar werkt de betrokkene af en toe: vanaf januari t.e.m. maart, vanaf april t.e.m. mei, in juli, …
Op 31 oktober 2017 is de betrokkene opnieuw leefloongerechtigd met GPMI en werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Het OCMW moet motiveren waarom er sprake is van een bijzondere toelage – verlenging, d.w.z. dat de betrokkene ‘bijzonder ver verwijderd is van een maatschappelijke of socioprofessionele integratie’. Het komt toe aan het OCMW om dit uitdrukkelijk te motiveren. Deze motivatie moet in het dossier bewaard worden en kan door de inspectie worden nagekeken. Gelet op het feit dat betrokkene al enkele malen werkte, zal de motivatie duidelijk moeten aangeven wat er aan de situatie gewijzigd is en waarom het moeilijk is om de betrokkene opnieuw maatschappelijk of socioprofessioneel te integreren.
5. Beslissing van de Raad
Omdat de aanvraag voor de bijzondere toelage – verlenging gedekt moet zijn door een beslissing van de Raad is het noodzakelijk dat de motivatie wordt voorgelegd aan de Raad en dat de aanvraag van de toelage wordt bekrachtigd. Er wordt aanvaard dat dit, net zoals voor de eerste toelage, met een systeem van lijsten gebeurd.
De Raad moet dit ten laatste doen voordat er een periode van twee maanden verstreken is sinds het verstrijken van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend.
Voorbeeld: Op 1 november 2016 bestond er een GPMI en voor dit GPMI werd er een bijzondere toelage – eerste toelage toegekend. Tijdens het jaar gold de hele tijd hetzelfde GPMI of er werden verschillende GPMI’s afgesloten.
Op 31 oktober 2017 ontving het OCMW een bijzondere toelage – eerste toelage en vanaf 1 november 2017 wil het OCMW de bijzondere toelage – verlenging ontvangen. Dan moeten er twee dingen gebeuren : Ten eerste moet het OCMW motiveren waarom er sprake is van een bijzondere toelage – verlenging en dit ook opnemen in het dossier. Ten tweede moet er aan de Raad/Comité gemeld worden dat de bijzondere toelage – verlenging wordt aangevraagd.
Voorbeeld: er werd voor een bijzondere toelage - eerste toelage toegekend op 1 december 2017. Dan kan de motivatie worden opgesteld tussen 1 november 2018 en 31 december 2018. De Raad moet ten laatste op 31 januari 2019 zijn goedkeuring hebben gegeven.
6. Niet noodzakelijk een wijziging van GPMI of een nieuw GPMI
Voor alle duidelijkheid: het is niet noodzakelijk dat er een nieuw GPMI ondertekend wordt. Als er een bijzondere toelage – eerste toelage werd aangevraagd voor de periode 1 november 2016 tot en met 31 oktober 2017 en als het bestaande GPMI verderloopt tot en met 1 december 2017, dan kan men ook voor het reeds bestaande GPMI de bijzondere toelage - verlenging aanvragen. Het volstaat dus dat er een GPMI is.
Dit volgt rechtstreeks uit het feit dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen de relatie OCMW-cliënt en de relatie OCMW-POD MI. De bijzondere toelages hebben enkel betrekking op die laatste relatie.
Indien het einde van het GPMI samenvalt met het einde van de periode waarvoor de bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend, dan aanvaarden we een aanvraag voor de bijzondere toelage – verlenging op voorwaarde dat er voor het einde van de maand volgend op het einde van de periode waarvoor een bijzondere toelage – eerste toelage werd toegekend, een nieuw GPMI of een avenant bij dit GPMI wordt getekend.
Voorbeeld: Op 1 december 2017 werd er voor een bepaald dossier een bijzondere toelage – eerste toelage aangevraagd. Bijgevolg eindigt de periode waarvoor deze bijzonder toelage – eerste toelage kan ontvangen worden op 30 november 2018. Indien het GPMI dat werd getekend eveneens geldig is tot en met 30 november 2018, dan moet het OCMW in de maand december 2018 met de betrokkene een nieuw GPMI ondertekenen en kan men op die manier toch nog een bijzondere toelage – verlenging aanvragen. De Raad moet dan ook ten laatste op 31 januari 2019 zijn beslissing genomen hebben.
Indien u hier nog geen antwoord gevonden hebt op uw vraag kunt u steeds de algemene website bezoeken waar u ook een onderdeel 'FAQ' vindt: www.mi-is.be. Het spreekt voor zich dat u zich ook steeds kunt richten tot de FrontOffice via vraag@mi-is.be of 02/5088585.