Wetgeving

Asielzoeker:

In België omvat een asielaanvraag twee vormen van bescherming: bescherming als vluchteling en subsidiaire bescherming. De Belgische autoriteiten onderzoeken of de asielzoeker voldoet aan de voorwaarden van een van deze twee soorten bescherming. Bescherming als vluchteling heeft voorrang op subsidiaire bescherming. Met andere woorden: alleen in het geval dat de asielzoeker niet kan worden erkend als vluchteling, onderzoeken de bevoegde autoriteiten of hem de subsidiaire beschermingsstatus kan worden toegekend.

vluchteling:

Een persoon kan als vluchteling worden erkend indien die voldoet aan de voorwaarden van het Verdrag van Genève. In de Conventie van Genève luidt de definitie van een vluchteling als volgt: “Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren.”

subsidiaire beschermingsstatus:

De subsidiaire beschermingsstatus wordt toegekend aan de vreemdeling die noch als vluchteling, noch als ernstig zieke kan erkend worden en voor wie er ernstige motieven aanwezig zijn om te geloven dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar zijn land.

veilig land van herkomst:

Een land van herkomst wordt als veilig beschouwd wanneer op basis van de rechtstoestand, de toepassing van de rechtsvoorschriften in een democratisch stelsel en de algemene politieke omstandigheden kan worden aangetoond dat er algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging in de zin van het Verdrag van Genève. De landen die volgens het Koninklijk Besluit als veilige landen van herkomst worden beschouwd: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië (FYROM), Kosovo, Montenegro, Servië en India.

meervoudige asielaanvraag:

Een asielzoeker kan een nieuwe asielaanvraag indienen wanneer de vorige werd geweigerd. Dit heet een meervoudige asielaanvraag.

 

DVZ:

De Dienst Vreemdelingenzaken is de instantie die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. In het kader van de asielaanvraag gaat de DVZ over tot de registratie van uw aanvraag en onderzoekt zij of België de lidstaat van de Europese Unie is die verantwoordelijk is voor het onderzoek van de aanvraag.

CGVS:

Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen is de instantie die uw asielaanvraag onderzoekt en over de erkenning van de status van vluchteling of de toekenning van de subsidiaire bescherming beslist.

RVV:

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is bevoegd om kennis te nemen van de beroepen tegen de beslissingen die genomen worden door de DVZ en het CGVS.

De Raad van State: De Raad van State is een rechtbank waarbij een cassatieberoep kan worden ingediend tegen een arrest van de RVV.

BVG:

Het bevel tot het verlaten van het grondgebied.

Fedasil:

Het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers en andere doelgroepen en garandeert de kwaliteit en de conformiteit binnen de verschillende opvangstructuren. Fedasil coördineert de verschillende vrijwillige terugkeerprogramma’s.

Dublin-onderzoek:

De DVZ gaat na of België verantwoordelijk is voor het asielonderzoek en maakt hiervoor toepassing van het ‘Dublin III-reglement’, die de werkwijze bepaalt.

 

  • SCHEMA

 

1.Juridische basis

Verblijfsrecht

 

Hoofdstuk II van Titel II van de wet van 15 december 1980      betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen

 

Opvang

 

Wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen

 

OCMW

 

  • Artikel 57 en volgende van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Artikel 3 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

 

Terugbetaling

 

  • Wet van 2 april 1965 april betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven
  • Koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven

 

 

Indien u hier nog geen antwoord gevonden hebt op uw vraag kunt u steeds de algemene website bezoeken waar u ook een onderdeel 'FAQ' vindt: www.mi-is.be. Het spreekt voor zich dat u zich ook steeds kunt richten tot de FrontOffice via vraag@mi-is.be of 02/5088585.